Proverbs 21:25

De luiaard en de rechtvaardige

“Een luiaard” heeft een krachtig werkend “verlangen”, maar “handen” die “weigeren te werken” (Sp 21:25). Die combinatie brengt hem in de dood. Een luiaard ligt te dagdromen over eten en drinken, over wat anderen allemaal hebben en wat hij ook wil hebben. Maar hij wil zijn handen niet laten wapperen. Dat kost hem te veel energie. Het is geen kwestie van niet kunnen, maar van niet willen. Hij kiest ervoor om niet te werken.

De luiaard is daarbij ook nog onverstandig of onnozel, want hij heeft niet in de gaten dat zijn luiheid hem naar de dood voert. Hij is zo bezig met zijn verlangens, hij leeft zo in de schijnwereld van ‘wensdenken’, dat deze manier van leven fataal voor hem wordt en dat hij sterft van gebrek.

Sp 21:26 sluit direct op Sp 21:25 aan en vervolgt het thema van de luiaard en waar hij naar verlangt. Een luiaard zit helemaal opgesloten in zijn eigen leefwereld. Hij is de hele dag vervuld van lustgevoelens die op zoek zijn naar bevrediging. Het kan gaan om lekker eten en drinken, of om het aanschaffen van dingen die het leven leuk of spannend maken. Dat zijn voor hem “begerenswaardige zaken”. In zijn fantasie heeft hij zich daarmee omgeven, maar de gedachte deze zaken aan te schaffen met door hemzelf verdiend geld, werpt hij van zich.

“Een rechtvaardige” is geen luiaard, maar een ijverige werker. Dat hij een rechtvaardige is, blijkt ook uit zijn vrijgevigheid. De Bijbel leert dat een rechtvaardig persoon een gevende persoon is. De rechtvaardige is niet alleen ijverig en heeft niet alleen genoeg voor zichzelf, maar heeft zoveel, dat hij ook aan de armen geeft. Wie lui is, begeert voortdurend, de rechtvaardige geeft voortdurend en dat zonder terughoudendheid (vgl. Hd 20:34-35). De luiaard wil altijd maar ontvangen zonder ervoor te werken. De rechtvaardige werkt hard en geeft rijkelijk weg aan wie arm zijn.

Copyright information for DutKingComments