Proverbs 22:27

Ga niet borg staan voor schulden

De waarschuwing voor borg staan voor iemands schulden en dat met handslag bevestigen is ook al eerder gedaan (Sp 22:26; Sp 6:1-5; Sp 11:15; Sp 17:18; Sp 20:16). Dat er herhaaldelijk voor wordt gewaarschuwd, geeft aan dat het een groot gevaar is. Het sluit aan bij de verkeerde vriendschappen van de twee vorige verzen. Wie borg wordt, overschat zichzelf schromelijk, want hij weet niet wat de ander van plan is, en hij weet ook niet of hij aan zijn verplichtingen als borg kan voldoen.

Hier lijkt het om een situatie te gaan waarin hij borg wordt voor een schuld die hij niet kan voldoen als de ander in gebreke blijft. Dat kunnen we mogelijk concluderen uit Sp 22:27, waar de motivatie wordt gegeven voor de waarschuwing van Sp 22:26. Als degene voor wie hij borg staat, zijn schuld niet kan betalen, moet hij die schuld betalen. Maar hij kan het ook niet. Dan komt de schuldeiser en neemt hem zijn laatste bezit, zijn bed, af. Dan heeft hij helemaal niets meer om op te rusten (vgl. Ex 22:26). Geestelijk toegepast zal hij geen rust meer kennen.

Copyright information for DutKingComments