Proverbs 23:13-14

Tucht is noodzakelijk

Nadat in Sp 23:12 het woord is gericht tot de zoon, wordt in de Sp 23:13-14 het woord gericht tot de ouders. Er zijn tot nu toe twee vermaningen geweest over het gebruik van de stok om te corrigeren (Sp 13:24; Sp 22:15) en een verwijzing naar het misbruiken ervan, wat de dood van de zoon tot gevolg zou kunnen hebben (Sp 19:18). Nu worden de beide soorten vermaningen samengebracht.

Als een zoon, een jongeman, een ongehoorzaamheid begaat, moet hij worden vermaand (Sp 23:13). Dat kan mondeling gebeuren, maar soms is het nodig dat hij niet alleen hoort, maar ook voelt dat hij ongehoorzaam is geweest. Dan moet hij met de stok worden geslagen. Zoals al eerder is opgemerkt (zie commentaar bij Spreuken 22:15), moet er niet op los geslagen worden. Het is de bedoeling dat hij op een pijnlijke manier met zijn zonde wordt geconfronteerd. Zonde veroorzaakt altijd pijn. Hij zal er niet van sterven, maar er juist door in leven blijven, dat wil zeggen in het leven zoals God het bedoelt en dat de grootste voldoening geeft.

Het toedienen van lichamelijke tucht moet de ouder “zelf” doen (Sp 23:14). Hij moet dat niet aan een ander overlaten. Door hem te tuchtigen geeft de ouder aan dat hij persoonlijk bij het welzijn van zijn zoon betrokken is. Hij tuchtigt niet omdat hij beter is. Zelf heeft hij die tucht ook nodig gehad en heeft er zijn voordeel mee gedaan.

Het is niet wreed de jongeman met de stok te slaan; het is juist wreed om het niet te doen. Een kind dat nooit getuchtigd is, wordt in de meeste gevallen onhandelbaar in zijn omgang met anderen. Wie nooit de pijn van de stok van de correctie heeft gevoeld, is vaak wreed, zonder enig medegevoel tegenover anderen. Hij eindigt in de dood, in het graf en in de eeuwige pijn. Hij sterft voortijdig als gevolg van een fataal gebrek in de opvoeding. Het gebruik van de stok ter correctie had zijn leven daarvan kunnen redden en hij had een waardevol en zegenrijk leven kunnen leven.

Copyright information for DutKingComments