Proverbs 24:17

Geen leedvermaak

Salomo verbiedt zijn zoon leedvermaak te hebben als zijn vijand valt (Sp 24:17). Hij mag er zich zelfs in zijn hart niet over verheugen, dat wil zeggen geen innerlijke voldoening over hebben, als zijn vijand struikelt. Het gaat hier om persoonlijke vijanden, om mensen die ons het leven moeilijk maken. Het is misschien begrijpelijk dat we dankbaar zijn als onze vijand iets overkomt omdat wij daardoor van een kwelgeest bevrijd zijn, maar er blij om zijn is nog iets anders. Hier gaat het om blijdschap over de val van een vijand met daarbij de gedachte dat hij zijn verdiende loon krijgt. Leedvermaak speelt daarbij een rol. Een dergelijke blijdschap is verboden.

David verblijdde zich niet over de val van Saul en riep er ook toe op ervoor te zorgen dat anderen dat niet zouden doen (2Sm 1:20). Een voormalige lijfwacht van de wrede Irakese dictator Saddam Hoessein die uit diens greep wist te ontkomen en daarna Christus heeft leren kennen, zei dat hij zich niet verblijdde over de dood van de dictator. De gedachte dat deze wrede man in de plaats van de pijn is, gaf hem geen blijdschap, maar verdriet. De Heer Jezus zegt dat wij onze vijanden moeten liefhebben en moeten bidden voor hen die ons vervolgen (Mt 5:44).

In Sp 24:18 wordt gezegd waarom het ons geraden is om ons niet met leedvermaak te verheugen over de val van onze vijand. God heeft het toegelaten dat onze vijand ons lastigviel omdat Hij daarmee een bedoeling had. Als Hij ervoor zorgt dat de vijand wordt uitgeschakeld en wij hebben daarover leedvermaak, vergrijpen wij ons aan een schepsel van God. Dat is slecht in de ogen van God. Dan kan Hij Zijn toorn van onze vijand afwenden, waardoor deze zich weer als onze vijand, misschien in een andere gedaante, kan gaan gedragen. We zijn dan niet van hem af.

Copyright information for DutKingComments