Proverbs 24:20
Het kwaad heeft geen toekomst
Sp 24:19 lijkt wel een citaat dat Salomo van zijn vader David overneemt, die hetzelfde heeft gezegd (Ps 37:1; Sp 23:17; Sp 24:1). Het is dwaas om je op te winden “over de kwaaddoeners” en “jaloers” te zijn “op de goddelozen”. Sp 24:20 geeft daarvoor de reden, wat te zien is aan het woord “want” waarmee het vers begint. Het toekomstige lot van de goddelozen moet de zoon ervoor bewaren jaloers te worden op hun tegenwoordige voorspoed. Hun voorspoed heeft een houdbaarheidsdatum. Daarna is het afgelopen. Hij moet zich ook realiseren dat God in Zijn voorzienigheid kwaaddoeners en goddelozen nog steeds hun gang laat gaan. Ze staan onder Zijn controle, hoewel het lijkt alsof ze ongestoord hun gang kunnen gaan. Wat zij doen, kan ons in bepaalde gevallen kwaad maken en in andere gevallen jaloers. Het ligt er maar aan wat ze doen en hoe wij daar tegenaan kijken of mee te maken hebben. Als we alleen naar hen en hun gedrag kijken, komen we tot zulke gevoelens. Dan geven we blijk van een heel kortzichtige kijk op hen. We moeten ons bewust zijn dat het kwaad geen toekomst heeft, maar zal worden geoordeeld en voor eeuwig zal worden opgesloten in de hel, zonder uitzicht op bevrijding. De lamp van goddelozen, dat wil zeggen hun levenslicht, zal niet altijd blijven schijnen. Hun leven zal worden uitgedoofd, zoals met een olielamp gebeurt die wordt uitgeblazen. Hun lamp zal ook nooit meer worden aangestoken (Jb 18:5-6; Jb 21:17).
Copyright information for
DutKingComments