Proverbs 24:21

Vrees God en de koning

Salomo spreekt zijn zoon heel direct aan (“mijn zoon”) om hem voor te houden dat hij zowel God als de koning moet vrezen (Sp 24:21). Hij zegt tegen hem dat hij eerbied moet hebben voor het hoogste gezag in het universum, dat van God, en het door God ingestelde gezag op aarde dat Hem vertegenwoordigt, de koning (1Pt 2:17b; Rm 13:1-7). Dat kan hij doen door zich daaraan te onderwerpen en eraan te gehoorzamen.

Tegenover het vrezen van God en de koning staat het “op veranderingen uit zijn”. Met ‘veranderingen’ wordt hier bedoeld het geen rekening meer houden met het gezag van God en dat van Zijn vertegenwoordiger op aarde. Het gaat om mensen die niet meer aan Hem gehoorzaam willen zijn, die in opstand komen tegen Zijn gezag. Zij willen Zijn gezag en dat van de koning omverwerpen. Zulke mensen willen veranderingen aanbrengen in de door God gegeven gezagsstructuren en die naar hun eigen hand zetten.

Het gaat om mensen die Gods Woord naar hun hand zetten en het daarmee aan de kant zetten. Bepaalde gezagsstructuren, zoals die van man en vrouw, worden tijdgebonden verklaard. Wat Gods Woord daarover zegt, wordt als achterhaald en daarmee vogelvrij verklaard. We zien dat in de politiek, in de maatschappij, in de gezinnen en ook in gemeenten. Gezag is een ‘vies’ woord geworden.

Sp 24:22 geeft de reden voor de waarschuwing van het vorige vers. We zien dat aan het woord “want” waarmee het vers begint. Als de zoon zich inlaat met deze opstandelingen tegen het gezag van God en de koning, de veranderaars en vernieuwers of nieuwlichters, zal hij delen in de ondergang die plotseling voor hen zal opdoemen. God en de Koning – met Hem wordt uiteindelijk de Heer Jezus bedoeld – zullen “Beiden” hun gezag laten gelden. Wat dat aan verdrukking voor de opstandelingen teweeg zal brengen, blijft nog even de vraag. Dat maakt de waarschuwing alleen maar des te dreigender.

De beloning voor hen die leven in vrede onder het gezag van God in de wereld is het ontsnappen aan de rampen die over de opstandigen zullen komen. Zij die onder gezag staan en dat respecteren, zullen elkaar geen kwaad doen. Ze blijven ervoor bewaard elkaar te gaan benijden en zelfs te gaan slaan (vgl. Mt 24:48-49). Een positieve uitwerking van erkenning van gezag is de aanwezigheid van rust en vrede.

Copyright information for DutKingComments