Proverbs 24:9

Kwaad beramen en dwaasheid bedenken

“Wie kwaad doen beraamt” (Sp 24:8), doet het werk van de duivel, die niet anders kan doen dan kwaad beramen. De duivel kan met recht “een meester in listige plannen” genoemd worden. Wie geen kind van God is, is een kind van de duivel (1Jh 3:10). Alle kinderen van de duivel hebben zijn natuur. Hij inspireert hen om kwaad te beramen, ze zijn “uitvinders van boze dingen” (Rm 1:30). Niet iedereen doet dit in dezelfde mate, maar het beginsel is in het denken van alle kinderen van de duivel. Het gaat hier in het bijzonder om de kille, berekenende persoon die actief is in het beramen van het kwaad.

Niet alleen het begaan van dwaasheid is zonde, maar zelfs al “het bedenken van dwaasheid is zonde” (Sp 24:9). De dwaasheid van een spotter is wel het toppunt van dwaasheid. Dit type persoon lapt alle moraal aan zijn laars. Zelfs mensen die niets met God te maken willen hebben, maar die er toch nog een zekere moraal op na houden, krijgen op een zeker moment een afschuw van hem. Een spotter is iemand die niet alleen verwerpt wat hij moet geloven, maar die uitlacht en belachelijk maakt en veracht wat hij moet geloven. Hetzelfde doet hij met hen die geloven.

Copyright information for DutKingComments