‏ Proverbs 29:16

Goede opvoeding en het ontbreken daarvan

Sp 29:15 behoort tot de spreuken die aandringen op tucht in de opvoeding met daarbij een duidelijke motivatie (Sp 10:13; Sp 13:24; Sp 22:8; 15; Sp 23:13-14; Sp 26:3). Tucht zorgt ervoor dat het kind wijs wordt. Wijsheid is niet erfelijk. Zowel lichamelijke tucht (“de stok”) als geestelijke tucht (“de bestraffing”) “geven wijsheid”, dat wil zeggen dat ze bijdragen aan het geven van wijsheid. Als het kind luistert naar de tucht (vgl. Mi 6:9), leert het goede keuzes in het leven te maken.

Wie zijn kind tucht onthoudt, laat hem aan zichzelf over. Een kind dat aan zichzelf wordt overgelaten, kan doen wat het wil en krijgt wat het wenst. Het betekent ook dat het wordt overgelaten aan de heerschappij van zijn zondige natuur, een afvallige wil, een boze wereld en de duivel. Zonder leiding en correctie gaat het een leven leiden dat “zijn moeder beschaamd” maakt.

Dat hier staat dat de moeder beschaamd wordt gemaakt, is waarschijnlijk omdat zij de meeste tijd in de opvoeding heeft gestoken. Ook is zij veel gevoeliger voor het lijden dat het kind zichzelf aandoet. Dat betekent niet dat de vader niet beschaamd wordt, en ook niet dat hij niets met de opvoeding te maken heeft. De vader kan wel eens de hoofdoorzaak zijn van de verkeerde keuzes die het kind maakt, omdat hij nooit is opgetreden met stok en bestraffing. Adonia was een aan zichzelf overgelaten jongeman, want zijn vader David “had hem zijn leven lang geen verwijt gemaakt” (1Kn 1:6).

Sp 29:16 staat tussen twee verzen in die over opvoeding gaan. We kunnen in dit vers dan ook een beschrijving zien van de gevolgen van het ontbreken van een goede opvoeding. Laksheid in de opvoeding is de belangrijkste oorzaak van sociale rampen. We zien dat in de wereld. Ouderlijk gezag verdwijnt, met als gevolg dat de “goddelozen talrijk worden”, waardoor ook “de overtredingen talrijk” worden (vgl. Hs 4:7).

De rechtvaardigen lijden onder die situatie. Ze lijden door het zien van de ongerechtigheid, zoals Lot leed (2Pt 2:7-8), en ze lijden door wat de goddelozen tegen hen zeggen en hun aandoen. Maar hoe talrijk de goddelozen en hun overtredingen ook worden, de rechtvaardigen zullen zegevieren. God zal ervoor zorgen dat de goddelozen ten val komen en dat de rechtvaardigen toezien, terwijl zij zich verheugen over “een God Die op aarde recht doet” (Ps 58:11-12; Ps 37:34).

Een kind dat heeft geleerd te gehoorzamen, zal zijn ouders rust geven (Sp 29:17). En niet alleen de ouders, maar de hele omgeving. Dit is opnieuw een bemoediging voor ouders om hun kinderen te tuchtigen. Het gaat om het bijbrengen van gehoorzaamheid (Sp 19:18). Dat geeft de ouders innerlijke rust en uiterlijk genot in het samenleven.

De ouder die zijn kind geen gehoorzaamheid bijbrengt omdat de tucht hemzelf pijn doet en hij die pijn wil vermijden, zal later de pijn van de nalatigheid onophoudelijk voelen. Talrijke slapeloze nachten zijn het gevolg, omdat het kind in de goot of in de gevangenis terecht is gekomen. Het is een voortdurende bron van zorg en onrust. Er is geen rust in het hart en er zijn geen genoegens voor de ziel. We moeten die ouders geen harde verwijten maken, maar voor hen en hun kinderen bidden.

Copyright information for DutKingComments