Proverbs 3:1-2

Inleiding

Als we een voordeel opgeven, kan dat soms lijken alsof we een kans op vreugde weggooien. Maar Spreuken 3 verzekert ons dat dit niet het geval is. De weg van de wijsheid is de weg van het leven, zelfs wanneer de weg van de wijsheid met het gezonde verstand in strijd lijkt te zijn.

In de Sp 3:1-10 hebben we vijf raadgevingen van de vader aan zijn zoon, elke keer gevolgd door een belofte van zegen als hij de raad ter harte neemt.

1. In Sp 3:1 de raad, in Sp 3:2 de belofte van zegen.

2. In Sp 3:3 de raad, in Sp 3:4 de belofte van zegen.

3. In de Sp 3:5-6 de raad, in Sp 3:6b de belofte van zegen.

4. In Sp 3:7 de raad, in Sp 3:8 de belofte van zegen.

5. In Sp 3:9 de raad, in Sp 3:10 de belofte van zegen.

Daarbij moeten we bedenken dat het hier gaat om beloften die zeker worden vervuld, maar niet altijd al tijdens het leven op aarde. Het is ook mogelijk dat ze in de toekomst worden vervuld. We mogen erop vertrouwen dat God op Zijn tijd en op Zijn manier Zijn beloften van zegen zal vervullen als wij vanuit ons hart doen wat Hij van ons vraagt, zelfs al gaat het in dit leven de goddeloze voor de wind en lijdt de rechtvaardige.

Luisteren naar onderricht

De eerste raad die de vader aan zijn zoon geeft, is om zijn “onderricht” niet te vergeten (Sp 3:1). ‘Onderricht’ is de vertaling van het woord thora. Dat woord wordt gebruikt voor de wet van God, maar het heeft meerdere betekenissen. Hier verwijst het naar wat we ‘thuisonderwijs’ zouden kunnen noemen. De vader heeft zijn kennis in het onderricht thuis overgedragen aan zijn zoon. Het is een aanwijzing voor vaders om hun kinderen thuis uit de Schrift te onderwijzen en dat niet over te laten aan anderen, bijvoorbeeld aan hen die bijbelles of bijbelstudie geven.

De vader wijst zijn zoon erop om niet te vergeten wat hij thuis, in de opvoeding, heeft geleerd. Vergeten is hier niet zozeer een zwakheid van geheugen, maar het bewust veronachtzamen en miskennen van het onderwijs van de vader. Voor ons zit hierin de waarschuwing dat we kunnen kwijtraken wat we in onze jonge jaren hebben geleerd uit het Woord van God. Het onderricht zal niet worden vergeten als de geboden in het hart in acht genomen worden. Iemand kan trouwens ook uiterlijk gehoorzamen aan geboden, dat wil zeggen zonder dat het hart erbij betrokken is. Dat is niet wat de vader wil en dat is ook niet wat God wil.

Het hart is de bergplaats voor de geboden, zoals de wet werd gelegd in de ark (Dt 10:6). In het vrederijk zal God Zijn wet in het hart van Zijn volk schrijven (Hb 8:10). Het hart wijst op de gezindheid. Als de geboden in het hart in acht worden genomen, zullen de daden, die immers uit het hart voortkomen (Sp 4:23), daarmee in overeenstemming zijn. De daden zullen dan geen zondige daden zijn (Ps 119:11). Vooral zal er dan niet dwangmatig, maar met vreugde worden gehoorzaamd.

De zegen die aan deze raad is verbonden, is een lang en goed leven (Sp 3:2). “Lengte van dagen” (vgl. Ps 91:16) ziet op het bereiken van een hoge leeftijd na een ‘lange stoet van dagen’. “Jaren van leven en vrede” ziet meer op de inhoud (“leven”) en de kwaliteit (“vrede”). Het is een vol en rijk leven dat ten volle waard is om geleefd te worden. Het woord ‘vrede’ is de vertaling van het woord shalom en houdt meer in dan alleen de afwezigheid van oorlog. Het is overwinning, succes in wat wordt ondernomen, volkomen harmonie, voorspoed, gezondheid, geluk, redding, een lang leven.

In het vrederijk zullen het onderricht en de geboden niet worden vergeten, maar bewaard worden in het hart (Hb 8:10b). Daarom zullen in die tijd de jaren van het genieten van leven en vrede vermeerderd worden in plaats van op een zeker moment te worden weggenomen. Dat laatste is in de geschiedenis van Israël keer op keer gebeurd omdat het volk zich niet heeft gehouden aan het onderricht en de geboden van Gods Woord.

Het betekent niet dat iedereen die in deze tijd de geboden in zijn hart in acht neemt, ‘dus’ lang zal leven. Denk maar aan gelovigen die juist vanwege hun trouw aan Gods Woord zijn en worden vervolgd, gemarteld en gedood en dat vaak in de bloei van hun leven (Hb 11:36-38). Trouwe profeten die Gods Woord in hun hart hadden en het hebben gebracht, zijn omgebracht (Mt 23:34; 37). En wat is er gebeurd met de Heer Jezus Die in alle opzichten naar Zijn Vader heeft geluisterd en volmaakt heeft voldaan aan de raadgeving van Sp 3:1? Hij is in het midden van Zijn dagen gedood. Hoe zit het dan met de belofte van een lang leven en vrede?

De belofte van een lang leven en vrede wordt ten volle in de toekomst vervuld. Leven en vrede worden in hun volheid en lengte in het duizendjarig vrederijk genoten. God vervult al Zijn beloften, maar niet altijd hier-en-nu al. Dat we leven in het geloof dat de beloften worden vervuld, laten we zien door te blijven geloven ook al lijkt het erop dat de beloften niet worden vervuld. Dat geloof, dat geloofsvertrouwen, heeft alle gelovigen van het Oude Testament gekenmerkt. Dat vertrouwen op God was volmaakt bij de Heer Jezus aanwezig. Dat vertrouwen mag ook ons kenmerken.

Copyright information for DutKingComments