Proverbs 30:12

Vier afvallige generaties

Agur geeft in de Sp 30:11-31 zes keer een opsomming van vier dingen. Daarmee tekent hij de wereld zoals die na de zondeval functioneert. Hij begint met vier generaties die de kenmerken van de duivel, hun vader, hebben. Elk vers van de Sp 30:11-14 begint met het Hebreeuwse woord dor, dat is “generatie”, een klasse van mensen die door bepaalde karaktertrekken worden gekenmerkt.

Agur neemt de kenmerkende karaktertrekken waar van de mensen die hem omgeven. De generaties zijn niet elkaar opvolgende geslachten. Ze kunnen zich bij wijze van spreken in het leven van één mens voltrekken. In de vier generaties die hij beschrijft, zien we trapsgewijs een toename van verdorvenheid. Het gaat van kwaad tot erger:

1. Opstand tegen het gezag, geen respect voor de ouders (Sp 30:11).

2. Verblindheid met betrekking tot hun werkelijke morele toestand en hun zondige leven (Sp 30:12).

3. Arrogantie en hoogmoed (Sp 30:13).

4. Agressiviteit en onderdrukking van de armen (Sp 30:14).

Het eerste kenmerk van een generatie die God niet erkent, is het verachtelijk verwerpen van het ouderlijk gezag (Sp 30:11). Het zijn mensen die God niet vrezen en zich niets van het door Hem gegeven gezag aantrekken. Integendeel, dat vervloeken zij. Ze hebben geen natuurlijke liefde voor hun ouders, er is geen respect voor hen.

Zij vervloeken hun vader die hen heeft verwekt. Hun moeder, die hen heeft gedragen en teder heeft verzorgd, krijgt geen enkel woord van dank van hen. "Niet zegent" is een verzachtende uitdrukking, waarmee ook ‘vervloekt’ wordt bedoeld. Het is een van de kenmerken van de laatste dagen dat kinderen hun ouders ongehoorzaam zijn (2Tm 3:1-5). Wij zien de actualiteit ervan om ons heen.

Zonde begint in het gezin, in de houding tegenover de ouders. Het begin van alle afwijking is het afzweren van Gods gezag in de gezinsverhoudingen. We krijgen het gebod om onze ouders te eren omdat zij Gods instrumenten zijn geweest om ons te scheppen. Zonder hen zouden we niet bestaan. Het niet erkennen dat we ons leven te danken hebben aan onze ouders en dat we als gevolg daarvan verplicht zijn hen te eren, betekent dat we God niet als onze Schepper erkennen Die we verplicht zijn te prijzen. In onze wereld die vol is van ontwrichte families en gebroken gezinnen, klinkt deze spreuk als een vernietigende veroordeling.

Een generatie die Gods gezag door de ouders heeft afgezworen, beziet zichzelf als rein (Sp 30:12). Dit is het tweede kenmerk van een generatie die God niet erkent. De oorzaak is dat deze mensen niet van hun vuiligheid zijn gewassen. Dat betekent dat ze hun vuiligheid als reinheid zien. Hoe dwaas en blind is een dergelijke generatie. “Vuil” verwijst vaak naar lichamelijke onreinheid, maar hier is het morele bezoedeling (vgl. Zc 3:3-4). Dit vuil is niet lichamelijk en kan ook niet met enig menselijk middel worden weggewassen (Jb 9:30-31; Jr 2:22). Het vuil van de zonde kan alleen worden weggewassen door het bloed van het Lam en de Naam van de Heer Jezus en de Geest van God (Op 7:14; 1Ko 6:11).

Deze mensen gaan er prat op dat ze de uiterlijke godsdienstige rituelen waarnemen, maar ze besteden geen enkele aandacht aan hun innerlijke reiniging (Lk 11:39). Ze zijn druk met een reine buitenkant, maar blind voor hun verdorven innerlijk. Iedereen ziet het vuil behalve zijzelf. Ze zijn rein in hun eigen ogen en volkomen blind voor hun tekortkomingen (Lk 18:11), maar God ziet de vuiligheid van buiten en van binnen.

Het is de generatie die beweert dat vuil niet meer vuil maar rein is. De openlijke promotie, proclamatie en acceptatie van homoseksuele uitingen en verbindingen, zoals door middel van de Gay Pride, is daarvan een van de duidelijkste voorbeelden. Als God en Zijn Woord uit beeld verdwijnen omdat ze eruit worden verwijderd, is de standaard verdwenen waaraan alles moet worden afgemeten. We moeten het origineel hebben om de afwijkingen te zien. Alleen de Heilige Geest kan ons overtuigen van zonde.

Wie rein is in eigen ogen (Sp 30:12), kijkt verachtelijk neer op anderen (Sp 30:13), het derde kenmerk van deze generatie. Deze generatie straalt trots, arrogantie en brutaliteit uit. Met minachting kijken de mensen van deze generatie op hun naaste neer, terwijl ze zelf pronken als pauwen. Ze denken de show te stelen, terwijl ze zich in Gods oog verachtelijk maken. Het is een generatie van trotse mensen die op ieder die hen weerstaat hun minachting uitstort (vgl. Ps 131:1).

Het vierde en laatste kenmerk van de mensen van die generatie is wreedheid (Sp 30:14). De beelden van de eerste helft van het vers symboliseren hun wrede roofzucht. Hun tanden zijn als zwaarden en hun hoektanden als messen. Het tweede deel van het vers laat zien wie hun slachtoffers zijn. Als een vraatzuchtig en gevoelloos beest openen ze hun verscheurende muil om “de ellendigen van de aarde en armen onder de mensen te verslinden” (Am 8:4). Zij die andere mensen uitbuiten en vernietigen, zijn aan de beesten gelijk.

Het is een generatie zonder mededogen. De door deze mensen aangeprezen, hoog geroemde tolerantie is slechts vernis. Ze eisen die alleen voor zichzelf. Iedereen moet hen accepteren, maar zelf accepteren ze geen enkele andere mening. Er is geen spoortje barmhartigheid in hen aanwezig, maar slechts verscheurende bruutheid. We zien dat in het vermoorden van kinderen in de moederschoot en het vermoorden door euthanasie van ouderen of van ‘ondraaglijk en uitzichtloos’ lijdenden.

De mens meent door zijn geloof in de evolutietheorie dat hij een hoger ontwikkeld dier is. In werkelijkheid zakt hij steeds dieper weg en vervalt tot een gedrag dat alleen maar met dat van de meest wrede dieren te vergelijken is. Hij toont de karaktertrekken van een verscheurend dier. Hij overtreft dat dier zelfs in wreedheid, want hij handelt bewust en praat zijn gewelddadige, wrede gedrag goed door er een draai aan te geven dat het eigenlijk een weldaad is om zo te handelen. Het is de diepste vorm van verdorvenheid. Dat de mens het beeld is van de Schepper Die leven geeft en in stand houdt, is hier helemaal verdwenen. Elke relatie met Hem is verbroken. De mens is veranderd in een roofdier met als zijn model de satan, die een mensenmoordenaar van het begin af is.

Copyright information for DutKingComments