Proverbs 31:11

Ze behartigt de belangen van haar echtgenoot

Nadat de niet in geld uit te drukken waarde van de vrouw is vastgesteld, volgt nu de beschrijving van haar deugden, dat wil zeggen haar goede eigenschappen, die in haar handelingen zichtbaar worden. Voordat die beschrijving volgt, wordt eerst gezegd hoe haar echtgenoot haar ziet, wat zij voor hem betekent (Sp 31:11), en andersom: hoe zij hem ziet, wat hij voor haar betekent (Sp 31:12). Haar echtgenoot vertrouwt haar met zijn hele hart. Niet liefde, maar vertrouwen is de belangrijkste basis van een goed huwelijk. De liefde kan wel eens wat minder zijn, maar vertrouwen moet altijd volledig aanwezig zijn. Een vertrouwende echtgenoot en een trouwe vrouw vormen een onverbrekelijke eenheid.

Haar echtgenoot gaat in het volste vertrouwen in haar ’s morgens de deur uit om naar zijn werk te gaan (Ps 104:23). Wanneer hij bij wijze van spreken de deur achter zich dicht doet, doet hij dat met het volkomen vertrouwen in zijn hart dat zij thuis zijn belangen zal behartigen terwijl hij afwezig is. Hij laat alles met een gerust hart aan haar over, waardoor hij zich volledig op zijn taak in de maatschappij kan richten.

Zij staat in schril contrast met de overspelige vrouw die van de afwezigheid van haar man gebruikmaakt om overspel te plegen (Sp 7:18-19). Dezelfde tegenstelling is er met de vrouwen die de profeet Amos “koeien van Basan” noemt en van wie hij zegt dat zij hun echtgenoot gebieden: “Breng ons iets, zodat wij kunnen drinken” (Am 4:1).

Zij beschaamt op geen enkele manier het vertrouwen dat haar echtgenoot in haar heeft. Zijn bezit is bij haar in veilige, vertrouwde handen (Sp 31:11). Zijn echtgenote heeft geen gat in haar hand, ze is geen verkwistende vrouw, maar iemand die zijn bezit met wijsheid beheert. Wanneer hij van zijn werk thuiskomt, heeft zij niets van zijn bezit misbruikt. In elk huwelijk, en zeker als er een groot huishouden is, is een dergelijk vertrouwen in haar toewijding aan hem en zijn huis met alle bezittingen van wezenlijk belang.

Zijn vrouw “doet hem goed en geen kwaad” (Sp 31:12), omdat zij aan hem verbonden is. Zou ze hem geen goed en wel kwaad doen, dan deed ze dat ook tegen zichzelf. In een goed huwelijk zijn man en vrouw altijd uit op het goede voor elkaar en zullen zij er nooit op uit zijn elkaar kwaad te doen. Hier ligt de nadruk op het handelen van de vrouw. Zij is in een positie waarbij haar man haar alles heeft toevertrouwd en zij een grote vrijheid van handelen heeft. Maar alles wat zij doet, doet zij met het oog op hem. Zij illustreert in haar leven wat Paulus schrijft: “De getrouwde wijdt haar zorg aan de dingen van de wereld, hoe zij haar man zal behagen” (1Ko 7:34b).

Op die manier handelt ze niet incidenteel, als het haar eens uitkomt, maar “al de dagen van haar leven”. Het wijst op haar voortdurende trouw in het huwelijk. Ze blijft trouw aan de eed die zij heeft gezworen toen ze met hem trouwde: tot de dood haar van hem losmaakt. Ook als ze beiden oud geworden zijn, blijft zij hem goed doen.

Ze is zelfstandig, maar niet op zichzelf gericht. Haar bezigheden dienen niet tot de ontplooiing van zichzelf, maar tot ondersteuning van haar man. Ze is op hem gericht en niet op haar carrière. Er is geen sprake van dat zij een weg los van haar man gaat, zoals dat in onze moderne maatschappij vaak gebeurt en waartoe ook wordt aangezet.

Deze verhouding van vertrouwen en goed doen beeldt uit hoe de Heer Jezus op Zijn gemeente vertrouwt. Hij kent haar, zorgt voor haar en vertrouwt erop dat zij Zijn belangen op aarde behartigt, terwijl Hij afwezig is. Dat de gemeente als geheel Hem ontrouw is geworden, is niet het aspect dat hier naar voren komt. Hier gaat het erom dat Hij in trouwe, toegewijde gelovigen de trouw en toewijding ziet die Hij waardeert.

Copyright information for DutKingComments