Proverbs 6:12-14

Een verdorven mens

Het derde gevaar, na borg staan en luiheid, waarvoor de vader zijn zoon waarschuwt, is “een verdorven mens, een man van onrecht” (Sp 6:12). Het is een Belialsmens, zoals het ook vertaald kan worden, dat is een boos en tegelijk nietswaardig, nutteloos mens. Belial is een eigennaam voor de satan (2Ko 6:15). Een Belialsmens is een zoon van de duivel. Hij is verbonden aan luiheid en boosheid en is in de macht van de duivel. Hij is een man van onrecht, dat is zijn leefstijl. Uit de mond van zo iemand kan alleen valsheid komen. Hij is een professionele bedrieger.

Behalve de verdorven taal die uit zijn mond komt, spreekt hij ook een duistere lichaamstaal (Sp 6:13). Dat blijkt uit wat hij doet met zijn ogen, zijn voeten en zijn vingers. Stiekem knipogen doe je naar iemand met wie je een complot smeedt om iemand anders ertussen te nemen. Het gaat hier echter niet om een onschuldig grapje, maar om iemand te benadelen en pijn te doen (Sp 10:10; Ps 35:19). Hetzelfde geldt voor het geven van “een teken met zijn voeten”. Hij kan zijn metgezel in het kwaad onder de tafel met zijn voeten aanstoten om iets wel of niet te zeggen. Ook door een gebaar “met zijn vingers” kan hij een signaal geven. Zijn blik en gebaren zijn insinuerend en erop gericht iemand te misleiden.

Het is de geheimtaal van de duisternis die alleen wordt begrepen door de ingewijden. Het is de taal van de mens van de zonde, de antichrist, die het prototype is van “een verdorven mens, een man van onrecht”. De antichrist is “de mens van de zonde … de zoon van het verderf”, die zich bedient van “allerlei bedrog van [de] ongerechtigheid” (2Th 2:3; 10). Deze mens is door en door verdorven.

Het hart van de verdorven mens, het centrum van zijn wezen, is een smederij van het kwaad (Sp 6:14; Mt 15:19). Hij is voortdurend bezig plannen te beramen en middelen te bedenken om angst en ellende onder de mensen te zaaien. Hij is “vol van alle bedrog en alle schurkerij”, een “zoon van de duivel” en een “vijand van alle gerechtigheid” (Hd 13:10). Wat er uit zijn hart naar buiten komt, “brengt twisten teweeg” (vgl. Sp 6:19b) in de meest intieme relaties. “Twisten” zijn de boodschappers die hij uitstuurt. Waar twist wordt gevonden, is hij aanwezig en aan het werk. Twist, ruzie, is het tegenovergestelde van de harmonie en de eensgezindheid die er onder de gelovigen behoren te zijn.

Deze onruststoker en twistveroorzaker, die op de val van anderen uit is, zal plotseling, zonder voorafgaande waarschuwing, door het verderf worden overvallen (Sp 6:15). Zo zal de antichrist plotseling door het oordeel van Christus worden getroffen, evenals allen die hem volgen (1Th 5:3). Hij zal totaal geruïneerd worden, waarbij een kans op herstel uitgesloten is (vgl. 2Kr 36:16; Sp 29:1; Jr 19:11).

Copyright information for DutKingComments