Proverbs 6:16

Wat de HEERE haat

Deze verzen sluiten aan op de vorige verzen over de verdorven mens en vooral op Sp 6:14. Om enkele ondeugden van die mens aan zijn zoon voor te houden gebruikt de vader voor zijn onderwijs de vorm van een getalsspreuk, “zes … ja, zeven” (Sp 6:16; Sp 30:15; 18; 21; 24; 29; Jb 5:19; Pr 11:2; Am 1:6; 9; 13; Am 2:1; 4; 6; Mi 5:5). Dat betekent dat de ondeugden die hij noemt, geen uitputtende opsomming ervan is. Seksuele zonden en stelen worden bijvoorbeeld niet genoemd. Wat de HEERE “haat”, wat “een gruwel voor Zijn ziel” is, zijn dingen die totaal vreemd zijn aan Wie Hij is.

De zeven dingen die de HEERE haat, en die wij daarom ook moeten haten, zijn specifieke persoonlijke houdingen en gedragingen.

1. “Hoogmoedige ogen” (Sp 6:17) zijn ogen met een trotse blik die arrogante ambitie verraadt. Het is een “hooghartige oogopslag” (Js 10:12-14).

2. “Een valse tong” is een misleidende tong, een tong die woorden spreekt waardoor bij de luisteraar een verkeerde indruk wordt gewekt, waardoor hij op het verkeerde been wordt gezet. Dit zien we bij de valse profeten, die Gods volk misleiden (Jr 14:14). Een valse tong veroorzaakt verwondingen (Sp 26:28), maar hij zal een keer verstommen (Sp 12:19).

3. “Handen die onschuldig bloed vergieten”, zijn moordenaarshanden die een onschuldige hebben omgebracht. Koning Manasse “vergoot … heel veel onschuldig bloed, totdat hij Jeruzalem [daarmee] vervuld had” (2Kn 21:16; 2Kn 24:3-4).

In deze drie kenmerken – trots, leugen en moord – zien we de hoofdzonden van de satan die in hoogmoed viel en daardoor “een mensenmoordenaar van [het] begin af” en “een leugenaar” is (Jh 8:44).

4. “Een hart dat zondige plannen smeedt” (Sp 6:18), is een volgende gruwel voor God. In het hart vinden de overleggingen plaats. Andere mensen zien die niet, maar God wel. Hij gruwt ervan wanneer mensen in hun hart zonden bedenken.

5. “Voeten die zich haasten om naar het kwade te rennen” (Js 59:7; Rm 3:15), getuigen van een duister enthousiasme en een duivelse snelheid om het beraamde kwaad uit te voeren en bij anderen leed te veroorzaken.

6. “Een valse getuige [die] leugens blaast” (Sp 6:19), kunnen we verbinden met de eerder genoemde valse tong (zie 2.). Er worden nu geen lichaamsdelen meer gebruikt om personen mee aan te duiden, maar het betreft de hele persoon. Hier gaat het om overtreding van het negende gebod: “U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste” (Ex 20:16).

7. “Die tussen broeders twisten teweegbrengt”, is een algemene beschrijving van iemand die verdeeldheid en ruzie veroorzaakt en aanwakkert (vgl. Rm 16:17-18). Mogelijk is dit een dieptepunt in de dingen die de HEERE haat.

In Sp 6:16 kunnen we in de uitdrukking “ja, zeven” de speciale nadruk zien die op dit zevende kwaad wordt gelegd. Twisten tussen broeders is het resultaat van het voorgaande. De gruwelen 1-6 lopen hierop uit.

De tegenhangers van deze zeven hatelijke gruwelen zijn (1) nederigheid, (2) het spreken van waarheid, (3) het behoud van het leven, (4) zuivere gedachten, (5) ijverig zijn om goede dingen te doen, (6) eerlijke getuigen en (7) vreedzame harmonie.

Copyright information for DutKingComments