Psalms 107:43

Wie is wijs?

In alle beschreven gebeurtenissen zien we zowel het falen en de zwakheid van de mens als het werk van God in vergeving, bevrijding en herstel. We zien dat God boven alles staat en Zijn werk volbrengt, zelfs daar waar het lijkt dat de mens het Hem onmogelijk maakt. Juist daar blijkt hoezeer Hij verheven is boven de mens.

Ware wijsheid wordt gevonden waar inzicht is in de wegen van God met Zijn volk en met de mens (vgl. Hs 14:10; Dt 32:29; vgl. Jk 3:13-17). Wie wijs is, zal “op deze [dingen] letten”, dat zijn de dingen die in deze psalm worden beschreven. Inzicht in de wegen van de HEERE komt door de overdenking van die wegen, met name door de gebeurtenissen te zien vanuit hemels perspectief (Ps 107:33-42). De Heer Jezus spreekt deze wijzen aan in Zijn eindtijdrede (Mt 24:15).

Wie daarop let, zal waarnemen dat God een goedertieren God is. Niemand kan de werken van God bestuderen zonder te zien dat er ontelbare inzettingen en verordeningen in Zijn schepping zijn die geen ander doel hebben dan de mens gelukkig te maken.

In al Zijn handelingen met de mens wordt Zijn goedertierenheid zichtbaar. Wie wijs is, zal dat “aandachtig” in zich “opnemen” en op zich laten inwerken. Gods goedertierenheid is de basis van alle zegeningen die tijdens het vrederijk in volheid door de mens worden genoten.

De psalm begint met een oproep om de HEERE te loven vanwege Zijn goedertierenheid, Zijn verbondstrouw. De psalm eindigt met een oproep om te letten op de gunstbewijzen – ofwel verbondstrouw, gebaseerd op het bloed van het nieuwe verbond, hetzelfde woord als in Ps 107:1 – van de HEERE. Als we die gunstbewijzen in de wegen van God, in Zijn regering in deze wereld, hebben gezien en in ons hebben opgenomen, zullen we Hem nog meer kunnen loven.

In Psalm 106 zien we dat het volk Israël niet heeft gedacht aan de gunstbewijzen van de HEERE (Ps 106:7), waardoor zij geen wijsheid hebben kunnen verwerven en dwaas zijn gebleven (Ps 107:17). In die zin is Psalm 107 niet alleen een lofpsalm, want de psalm eindigt als een wijsheidspsalm met onderwijs voor de maskilim, dat wil zeggen voor hen die wijs zijn en nog wijzer willen worden. Dat geldt voor het gelovig overblijfsel.

Voor ons, nieuwtestamentische gelovigen, geldt dat in veel hogere mate. Wij zijn nu al gezegend met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten (Ef 1:3). Als we bij de Heer Jezus in het Vaderhuis zijn, zullen we daar nog meer de volle omvang van leren kennen. Daar zullen we alles zien zoals God het altijd heeft gezien. Dat vooruitzicht zal ons helpen de weg te gaan die God nu voor ons op aarde heeft, met alle vragen die daarbij horen, waarop Hij het antwoord heeft.

Ook voor ons geldt dat het overdenken van het Woord van God ten aanzien van Gods wegen en raadsbesluiten ons zal doen groeien in wijsheid en geestelijk inzicht (Ef 1:3-21; Ko 1:9-29).

Copyright information for DutKingComments