Psalms 109:20

De reden van de vloek

Het woord “want” waarmee Ps 109:16 begint, geeft aan dat nu de reden volgt van de vervloekingen die hiervoor zijn uitgesproken. De gedachte aan het bewijzen van “goedertierenheid” ontbrak bij Judas volledig (vgl. Mt 18:21-35). In plaats van goedertierenheid te bewijzen “vervolgde” hij “de man die ellendig was en arm en verslagen van hart”. Dit ziet weer overduidelijk op de Heer Jezus. Judas is erop uit geweest deze Ellendige en Arme en Verslagene van hart “te doden”.

Judas is niet voorbestemd om vervloekt te worden, hij heeft ervoor gekozen om vervloekt te worden, want “hij heeft de vloek liefgehad” (Ps 109:17). Hij vond er zijn vreugde in om anderen te vervloeken. Daarom wordt er terecht gevraagd de vloek over hem te laten komen. Tevens onthoudt God hem de zegen niet, maar weigert hij die, want “hij vond geen vreugde in de zegen”. Daarom wordt er terecht gevraagd “die ver van hem” te laten “blijven”. In beide gevallen gaat het om een bevestiging van de keus van Judas.

Zijn keus laat zien dat hij met de vloek is bekleed “als met zijn mantel” (Ps 109:18; vgl. Jb 29:14). De vloek is aan hem te zien. Maar niet alleen in zijn uiterlijk, waarvan zijn mantel spreekt, is de vloek zichtbaar. De vloek is “in zijn binnenste” doorgedrongen “als water”. Het is iets wat hem verkwikt. Hij leeft en beweegt erdoor, hij is “als olie in zijn beenderen”. Het is als smeerolie voor zijn gewrichten.

In Ps 109:19 wordt met andere woorden nog eens gezegd wat al in Ps 109:18 is gezegd. Het geeft aan hoezeer hij en de vloek bij elkaar horen. De vloek rust niet op hem, maar hij voelt er zich behaaglijk in, hij hult zich erin. Het is de kracht van zijn leven, waarvan de “gordel” spreekt “die hij steeds ombindt”.

De vloek is “het arbeidsloon”, iets wat hij heeft verdiend (Ps 109:20). Het is als met “de dood”, die “het loon van de zonde” is (Rm 6:23; vgl. Jk 1:13-15). Dit ‘arbeidsloon’ is echter niet alleen voor Judas, maar voor alle “tegenstanders” van de Heer Jezus. Die tegenstand blijkt uit “kwaadspreken” over Zijn ziel. Mensen die zich niet willen buigen voor Hem, spreken altijd kwaad van Hem. Kwaadspreken van Hem Die alleen en volmaakt goed is, is lastering van Hem. Het is het werk van de duivel. Dit werk verdient niet anders dan de eeuwige dood.

Copyright information for DutKingComments