Psalms 111:7

Betrouwbaarheid van de werken

In al “de werken van Zijn handen” is niets verdraaids of slinks, maar ze “zijn waarheid en recht” (Ps 111:7; Sp 8:8). Zijn werken komen tot stand door Zijn spreken. Wat Hij beveelt, gebeurt (Ps 33:6; 9). Zijn woorden zijn waarheid en daarom zijn “al Zijn bevelen … betrouwbaar”. Gezien de parallel tussen de eerste en de tweede versregel kunnen we ook denken aan “de twee tafelen van de getuigenis, tafelen van steen, beschreven met de vinger van God” (Ex 31:18) die als zodanig als “werken van Zijn handen” kunnen worden gezien.

Hij brengt niet alleen werken tot stand, maar “zij worden” ook door Hem “ondersteund, voor eeuwig [en] voor altijd” (Ps 111:8). Hij draagt alle dingen door het woord van Zijn kracht (Hb 1:3), wat wil zeggen dat Hij alles in stand houdt en naar het door Hem bepaalde doel brengt. Dat gebeurt juist omdat “zij zijn gedaan in waarheid en oprechtheid”. Zijn werken zijn in overeenstemming met Wie Hij Zelf is.

Werken die in waarheid zijn gedaan, zijn werken die zijn gedaan vanuit de juiste kijk op de dingen, waarbij elk werk ten opzichte van elk ander werk de juiste plaats krijgt. Ze zijn gedaan op een manier dat de waarheid wordt gehandhaafd en doorgegeven. De oprechtheid waarin de werken zijn gedaan houdt in dat het de beste werken zijn, er zijn geen betere en ze zijn ook niet voor verbetering vatbaar. God kan van elk van Zijn werken zeggen dat het zeer goed is (Gn 1:31).

Een werk dat Hij in het bijzonder “voor eeuwig [en] altijd” ondersteunt, is de “verlossing”, of vrijkoping (Js 50:1-2), die Hij “Zijn volk” heeft “gezonden” (Ps 111:9). Die verlossing heeft Hij gezonden op grond van “Zijn verbond” dat Hij “voor eeuwig ingesteld” heeft. Het volk heeft zijn verlossing alleen aan Hem te danken omdat Hij Zich heeft gehouden aan Zijn verbond. Het bewijst de volkomen betrouwbaarheid van God.

“Zijn verbond” wijst naar het eeuwig verbond, dat is gebaseerd op het bloed dat de Heer Jezus heeft vergoten (Hb 13:20). Aangezien het verbond van Sinaï niet eeuwig is (Hb 7:19; Hb 8:6-9), gaat het hier profetisch over het nieuwe verbond. De sleutel van het nieuwe verbond is de Middelaar en het bloed dat Hij vergoten heeft. Beide zijn pas in het Nieuwe Testament (of: het Nieuwe Verbond) geopenbaard. In Hebreeuws is brit chadasha, dat betekent ‘nieuw verbond’, de naam voor het Nieuwe Testament.

Dit handelen in trouw aan Zijn verbond brengt de psalmist ervan onder de indruk dat Gods Naam “heilig en ontzagwekkend” is. Dit is de essentie van het verbond en de verlossing die daaruit voortvloeit. Hij heeft in het begin gezegd dat de werken van de HEERE groot zijn. Hij heeft een aantal werken genoemd. Uit die werken is Zijn Naam zichtbaar geworden, want elk werk draagt Zijn Naam. Wie goed naar Zijn werken kijkt, kan niet anders dan zich in heilige eerbied en ontzag voor die Naam buigen.

Copyright information for DutKingComments