Psalms 122:3

De lofprijzing van de pelgrim

Vol bewondering bekijken ze de stad en merken op dat die “hecht samengevoegd is” (Ps 122:3). Het is ermee als met de tentkleden die over de tabernakel liggen, die ook zo aan elkaar zijn vastgemaakt, dat ze één geheel vormen. Daar wordt in het Hebreeuws hetzelfde woord ‘hecht samengevoegd’ gebruikt (Ex 26:6; 9; 11). Het brengt de eenheid en hechte gemeenschap van het volk van God tot uitdrukking onder zijn Koning en God.

In het geloof zien de getrouwen het totaal van het volk dat nu nog zo verdeeld en verspreid is. Het volk van God wordt gevormd door “de stammen”, dat zijn de twaalf stammen, die met nadruk “de stammen van de HEERE” worden genoemd (Ps 122:4). Dat betekent dat Juda, de twee stammen, en Israël, de tien stammen, bij elkaar zijn gevoegd (Ez 37:21-22).

Normaal spreken we over de stammen van Israël. Het valt dan ook op dat ze hier de stammen van de HEERE worden genoemd. Dat legt er de nadruk op dat zij Zijn eigendom zijn. Ze zijn niet alleen rechtmatig de Zijnen omdat Hij hen heeft gevormd, ze zijn ook de Zijnen omdat Hij hen heeft gekocht en verlost met Zijn kostbaar bloed. Ze behoren Hem toe, want Hij heeft ze voor Zichzelf uitgekozen en verworven om samen Zijn volk te zijn.

Dit zullen ze zich in de eindtijd bewust worden, als ze oog in oog komen te staan met hun Messias.

“Elk oog zal Hem zien,” – dat wil zeggen de hele wereld, terwijl nu alleen wij Hem zien (Hb 2:9)

“ook zij die Hem doorstoken hebben” – dat wil zeggen de twee stammen (vgl. Zc 12:10)“en alle stammen van het land zullen over Hem weeklagen” – dat wil zeggen alle twaalf stammen van Israël (Mt 24:30)

“Ja, Amen” (Op 1:7).

De stad heeft grote aantrekkingskracht op hen. Die aantrekkingskracht zit in wat en Wie daar is. Ze komen daar om Zijn Naam te loven. Om Hem gaat het. Hij is het door Wie zij als stammen aan elkaar verbonden zijn en samen Zijn volk vormen. Ze ontmoeten elkaar daar bij Hem.

De stad is niet alleen het centrum van aanbidding, maar ook het centrum van de rechtspraak (Ps 122:5). Daarnaar verwijzen “de zetels van het recht”. De rechtspraak wordt direct verbonden aan “het huis van David”. Het gaat hier om de koninklijke rechtspraak van het huis van David. De HEERE is dan naar waarheid de Koning van de gerechtigheid (Hb 7:2) in Jeruzalem.

Zoals Salomo als koning tevens de hoogste rechter was, zal de Heer Jezus als Koning ook rechtspreken op Zijn troon (Mt 25:31). Er is sprake van zetels, meervoud. Dit wijst erop dat er meerdere zetels of tronen staan. Die staan er omdat er anderen zijn die met Christus mogen regeren (Mt 19:28; Op 4:4).

Copyright information for DutKingComments