Psalms 13:5

Nederlands vers (6)

Vertrouwen en vreugde

Na het bekendmaken van zijn nood aan de HEERE (Ps 13:2-3) en zijn smeekbede aan de HEERE om hem te hulp te komen (Ps 13:4-5) komt David tot rust. “Ik echter” heeft in het Hebreeuws nadruk. Na zijn worsteling met zijn twijfel in zijn gebedsleven behaalt David de overwinning door te vertrouwen en te zien naar Gods goedertierenheid. Zijn vertrouwen op Gods goedertierenheid, dat wil zeggen zijn vertrouwen dat God Zijn verbond trouw blijft, is terug. Hij weet dat God hem Zijn goedertierenheid zal bewijzen en hem zal helpen. Dat besef veroorzaakt vreugde in zijn hart. Hij uit zijn vreugde door voor de HEERE te zingen.

De aanleiding is dat “Hij goed voor mij geweest is” en alles ten goede heeft doen keren. De uitdrukking ‘goed geweest’ heeft de betekenis van ‘met overvloedige zegen en goedheid behandeld’. God is niet een klein beetje goed, maar vol van goedheid voor de Zijnen. De vijanden verheugen zich over Gods schijnbare afwezigheid en gebrek aan zorg voor de Zijnen, maar de psalmist is er zeker van dat de Godvrezende zich uiteindelijk zal verheugen in Gods verlossing. Het woord “heil” heeft de betekenis van een ruime verlossing. Het is niet alleen dat de vijand is overwonnen, maar hij is totaal uitgeschakeld.

We zien hier wat we in veel psalmen vinden, dat ze beginnen met een klaaglied en eindigen met een lofzang. We zien de volgorde: klacht (Ps 13:2-3), gebed (Ps 13:4-5) en uiting van vertrouwen in een lofzang (Ps 13:6). De klacht over het door God vergeten zijn verandert zo in een danklied over Gods ervaren goedheid.

Copyright information for DutKingComments