Psalms 135:19-20

Oproep om de HEERE te loven

De psalm eindigt met een viervoudige oproep om de HEERE te loven (Ps 135:19-20). De oproep is gericht aan het hele “huis van Israël”, het “huis van Aäron” (Ps 135:19), het “huis van Levi” en ieder “die de HEERE vreest” (Ps 135:20). Deze oproep komt overeen met eerdere oproepen (Ps 115:9-11; Ps 118:2-4), waaraan hier nog het “huis van Levi” wordt toegevoegd.

Psalm 134 begint ook met deze oproep om de HEERE te loven, letterlijk ‘te zegenen’. Zegenen wil zeggen goede dingen zeggen over de HEERE, Hem loven door woord en daad, door te laten zien dat je vertrouwen volkomen op Hem gesteld is. Psalm 135 begint met de oproep om de HEERE te prijzen – een ander Hebreeuws woord dan in Psalm 134 – en eindigt met een viervoudig oproep Hem te loven, te zegenen, zoals in Psalm 134. De oproep aan “u die de HEERE vreest”, betekent dat ook degenen uit de volken die de HEERE vrezen worden opgeroepen om samen met Israël de HEERE te loven.

Dit loven van de HEERE gebeurt “vanuit Sion” (Ps 135:21), want Sion is het centrum van aanbidding. Daar bevinden zich de groepen die in de vorige verzen zijn genoemd. Zij loven nu de HEERE vanuit Zijn tegenwoordigheid. De HEERE is daar. Hij woont “in Jeruzalem”, in Zijn tempel.

De rechtvaardige eindigt de psalm zoals hij die is begonnen (Ps 135:1), met een jubelend “halleluja”. Daarmee zegt hij dat de psalm van begin tot eind een lofpsalm is.

Copyright information for DutKingComments