Psalms 136:26

Loof de God van de hemel

De psalm besluit met de oproep om “de God van de hemel” te loven (vgl. Gn 24:7). De naam ‘God van de hemel’ komt regelmatig voor in de boeken Ezra, Nehemia en Daniël. Deze boeken beschrijven de geschiedenis van Gods volk als God het niet meer als Zijn volk kan erkennen. Hij heeft Zich moeten terugtrekken in de hemel. Ook in de tijd dat Hij niet zichtbaar in een vertegenwoordiger op aarde regeert, blijkt dat “Zijn goedertierenheid … voor eeuwig” is.

De God van de hemel is in het vrederijk ook de God van de aarde. Hij vervult dan het gebed dat Zijn wil zou geschieden zoals in de hemel, zo ook op aarde (Mt 6:10). Hemel en aarde zijn dan met elkaar in harmonie. De zegen van de hemel wordt uitgespreid over de aarde. Dan zullen alle mensen die deel hebben aan de zegen op aarde het zeggen: “Want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.”

De eerste drie verzen van deze psalm zijn een oproep tot lofprijzing aan het volk Israël. Nu, aan het eind van de psalm, gaat de oproep tot lofprijzing aan alle mensen.

Copyright information for DutKingComments