Psalms 140:12

Nederlandse verzen (13-14)

God zal recht doen

Na de overtuiging dat God het laatste woord heeft en het oordeel zal brengen over alle goddelozen, klinkt spreekt de psalmist het vol zekerheid uit: “Ik weet dat de HEERE de rechtszaak van de ellendige [en] het recht van de armen zal behartigen” (Ps 140:13). Het oordeel is niet Gods laatste woord. Dat is het wel voor de onboetvaardige goddelozen, maar niet voor de ellendige en de armen.

“De ellendige” en “de armen” – uitdrukkingen die het gelovig overblijfsel beschrijven – hebben zwaar geleden van alle onrecht en vijandschap die hun door de goddelozen zijn aangedaan. Dat heeft God door Zijn oordeel rechtgezet. Er is geen enkele twijfel meer aangaande hun recht. De ellendige is de individuele gelovige. Het is bovenal de Heer Jezus. Hem is het grootste onrecht aangedaan, Hij is meer dan iemand anders gehaat en gelasterd. Hij heeft alles overgegeven aan God Die rechtvaardig oordeelt (1Pt 2:23) in de zekerheid dat Hij Zijn rechtszaak behartigen zal. De armen zijn “de armen van geest” (Mt 5:3). Zij vormen het gelovig overblijfsel.

De ellendige en de armen van Ps 140:13 zijn “de rechtvaardigen” en “de oprechten” van Ps 140:14. Ze worden “de rechtvaardigen” genoemd omdat zij in alle oprechtheid hun vertrouwen hebben gesteld in de HEERE op grond van het verbond dat door het bloed van Christus bekrachtigd is geworden.

Zoals de Godvrezende in Ps 140:13 vol zekerheid zegt “ik weet”, zo zegt hij in Ps 140:14 “voorzeker”. Het lijdt voor het geloof geen twijfel dat de rechtvaardigen de Naam van de HEERE zullen loven. Hun gebeden zijn veranderd in lofzangen.

Het lijdt ook geen twijfel dat de oprechten voor Gods aangezicht zullen wonen. Ze worden niet meer opgejaagd door vijanden die het voortdurend op hun leven hadden voorzien. Ze wonen nu in de duizendjarige sabbatsrust in de tegenwoordigheid van God (Hb 4:9). Hoe gezegend is het volk dat de HEERE als God heeft!

Copyright information for DutKingComments