‏ Psalms 143:12

Vraag om onderwijs en leiding

Vanuit die geborgenheid, het schuilen bij God in Ps 143:9, is er het verlangen om door Hem onderwezen te worden, zodat hij Zijn welbehagen kan doen (Ps 143:10). Als extra motief zegt de psalmist tegen God dat Hij zijn God is. Hij staat door het verbond met die God in een persoonlijke relatie. Dat is de grondslag van het gebed van de psalmist in de Ps 143:10-12. Dit gebed begint met de erkenning dat de HEERE zijn God is en eindigt met de erkenning dat hij de dienaar van de HEERE is.

Vanuit zijn levende verbondsrelatie met God vraagt hij aan Hem om leiding voor zijn leven door Zijn “goede Geest” (vgl. Ne 9:20). Gods Geest is een goede Geest en daarom is Zijn onderwijs goed en leidt Hij op de goede weg. Die goede weg loopt “in een geëffend land”, een land zonder kuilen om in te vallen en zonder stenen om over te struikelen.

Omdat de psalmist voelt dat zijn leven op de grond vertrapt is (Ps 143:3) en hij gelijk is aan hen die in de kuil neerdalen (Ps 143:7), vraagt hij aan de HEERE om hem levend te maken (Ps 143:11). Daarbij doet hij een beroep op de “Naam” van de HEERE. Om zijn ziel uit de benauwdheid te redden doet hij een beroep de “gerechtigheid” van de HEERE, niet die van hemzelf, want die bezit hij niet.

De eer van de Naam van de HEERE is in het geding. Die Naam wordt groot gemaakt als de HEERE het gebed van de psalmist verhoort. Dat houdt in dat hij in leven blijft en verlost wordt uit benauwdheid (Ps 143:11); dat houdt ook in dat de vijanden worden verdelgd in overeenstemming met het verbond (Ps 143:12).

Daarvoor doet de psalmist een beroep op de “goedertierenheid” ofwel de verbondstrouw van de HEERE. De verdelging van de vijanden is voor de rechtvaardige een bewijs van Gods goedertierenheid ten opzichte van hem. Ten slotte wijst hij de HEERE erop dat hij Zijn dienaar is als motief voor de HEERE om allen die zijn ziel benauwen om te brengen. Dat hij de dienaar van de HEERE is, betekent dat de HEERE zijn Eigenaar en de Gebieder is. Als de vijanden zijn omgebracht, is hij weer in de gelegenheid om God te dienen, wat hem nu door zijn vijanden onmogelijk gemaakt wordt.

Copyright information for DutKingComments