Psalms 17:15

De hoop van de rechtvaardige

In dit vers zien we de grote zegen van de rechtvaardige die een enorm contrast vormt met het lot van de goddeloze en de goddelozen in het vorige vers (vgl. Fp 3:19-20). Profetisch houdt dit in dat de goddelozen worden verdelgd en dat het gelovig overblijfsel in het vrederijk zich in gerechtigheid zal verzadigen.

David zegt vol vertrouwen dat hij “in gerechtigheid” Gods aangezicht zal “aanschouwen”. Hij zal in Gods tegenwoordigheid zijn op grond van de gerechtigheid die God aan hem heeft bewezen en niet op grond van zijn eigen gerechtigheid, want die heeft hij niet. Hij zal bij God zijn op grond van het werk van Christus Die deze gerechtigheid voor hem bij God heeft bewerkt.

De verzadiging die dat geeft, is eeuwig. Dit is een enorm contrast met de verzadiging van de goddelozen in Ps 17:14. Hun verzadiging houdt op met hun dood. Wie aan de opstanding, het ontwaken, deelheeft, zal eeuwig Gods aangezicht zien (Op 22:4a), eeuwig Zijn tegenwoordigheid genieten, eeuwig voldaan zijn met Gods beeld. Het beeld van God is Christus in Wie God tot in alle eeuwigheid zichtbaar zal zijn.

Voor ons, nieuwtestamentische gelovigen, is dat nu al zo. Wij leven immers in geestelijke zin in de wereld van de opstanding omdat wij met Christus gestorven en opgestaan zijn. Daardoor zien wij nu al Hem (Hb 2:9), Die het “Beeld van de onzichtbare God” is (Ko 1:15; 2Ko 4:4; Jh 14:9). Als wij bij Hem zijn, zullen wij Hem zien zoals Hij is, want wij zullen Hem gelijk zijn (1Jh 3:2).

De psalm eindigt op vergelijkbare wijze als de vorige (Ps 16:11). Daar is het meer de persoonlijke vreugde van de Heer Jezus, wanneer Hij, na door de dood te zijn heengegaan, in de opstanding het aangezicht van God ziet. Hier is Hij meer de overste Leidsman van allen die ook in de opstanding net als Hij verzadigd zullen worden met het beeld van God omdat Hij in deze psalm verbonden is met de gelovigen.

Copyright information for DutKingComments