Psalms 25:14

Zekerheid van leiding

Nadat hij opnieuw onder de indruk van de grootte van zijn zonden is gekomen en de noodzaak van vergeving, getuigt hij opnieuw van en geeft hij onderwijs over de leiding van de HEERE voor de weg die moet worden gegaan (Ps 25:12). Dit onderwijs kan alleen worden genoten door “de man die de HEERE vreest”. Die man heeft ontzag voor de HEERE en wil alleen doen wat Hem welbehaaglijk is. Dit is de gezindheid die nodig is om dit onderwijs te ontvangen, te begrijpen en in praktijk te brengen.

Het onderwijs bestaat niet uit meerkeuzevragen, het kiezen uit een aantal opties. Het gaat over de weg die “hij moet kiezen” en niet de weg die hem het meest aantrekkelijk lijkt. Het is de weg die God voor hem heeft uitgekozen. De man die God vreest, zal daar van harte mee instemmen. Op die weg is hij verzekerd van de leiding en steun van God. God kent die weg volmaakt, van het begin tot het einde.

De instemming met Gods ‘routeplan’ houdt zegen voor hemzelf in en ook voor zijn nageslacht (Ps 25:13). De zegen, het “goede”, is afkomstig van het verbond dat in Ps 25:14 wordt genoemd. Die zegen gaat op grond van het verbond door tot in de volgende geslachten. Het “goede” is het erfdeel dat ze zullen ontvangen.

David is als iemand die na een reis ‘thuis’ is gekomen, daar tot rust komt, het zich gemakkelijk maakt. Hij is veilig en in vrede en geniet van al het goede dat hij bezit. Wie Godvrezend is, doet daar ook zijn nageslacht een enorme deugd mee. De kinderen die in zijn voetstappen wandelen, zullen “de aarde bezitten”. Zij zullen op aarde hun thuis hebben onder de regering van de Messias.

In Ps 25:14 is niet alleen meer sprake van “de man die de HEERE vreest” (Ps 25:12), maar lezen we over “wie Hem vrezen”, dat is meervoud. Het gevolg van de belijdenis van Ps 25:11 is dat de weg voor de HEERE vrij is om “met wie Hem vrezen”, dat is een gezelschap van Godvrezenden, vertrouwelijk om te gaan.

God zal hun de werkelijke betekenis van “Zijn verbond” bekendmaken. Zij zullen weten dat Hij in Christus aan alle voorwaarden van het verbond heeft voldaan en dat zij op grond daarvan alle zegeningen van het verbond zullen genieten (Jr 31:31-34). De zegeningen van het verbond die hun deel zijn, kunnen we samenvatten in een vertrouwelijk omgaan met de HEERE zelf.

Copyright information for DutKingComments