Psalms 33:18

Onze hulp en ons schild

Tegenover de macht van God vallen de machtigste mensen zoals “een koning” en “een held” in het niet (Ps 33:16). Ze zijn machteloos, ook al hebben ze een “groot leger” en “grote kracht”, om zich te verlossen van een vijand of zich uit een bedreigende situatie te redden.

Als een mens uitsluitend op de grote kracht van een paard rekent voor een overwinning of om te ontkomen aan een nederlaag, komt hij bedrogen uit (Ps 33:17). Zijn hoop daarop is vals. De mens is dwaas en lijdt aan hopeloze zelfoverschatting als hij zich voor een overwinning op menselijke kracht beroemt en daarop steunt. Alleen de HEERE kan de overwinning geven, want Hij bestuurt alles.

In tegenstelling tot mensen die op de kracht van menselijke middelen vertrouwen, op de kracht van een machtige bondgenoot, staan de mensen die de HEERE vrezen en op Zijn goedertierenheid hopen (Ps 33:18). Zij weten dat Zijn oog in liefdevolle zorg op hen is gericht en dat Hij hen altijd ziet, wat wil zeggen dat Hij in goedheid op hen let (Jb 36:7a). Dit is heel wat beter dan op menselijke middelen te bouwen.

Hij redt van de dood (Ps 33:19). Ook behoudt Hij in het leven in tijden van honger die wordt veroorzaakt door de omsingeling door een vijand (vgl. Js 36:12b). Bij een hongersnood is elk beroep op een koning, een held of een paard zinloos (vgl. 2Kn 6:25-27; Js 36:9b).

De Ps 33:20-21 zijn als het ware het antwoord van het overblijfsel op de oproep tot lofprijzing van de Ps 33:1-3. Wie de HEERE vrezen, verwachten Hem, dat wil zeggen dat ze uitzien naar wat Hij gaat doen (Ps 33:20). Ze nemen niet zelf initiatieven, maar laten het aan Hem over. Wat Hij bepaalt, is goed. Ze belijden vrijmoedig dat Hij hun hulp en hun schild is (vgl. Ps 28:7). Hij is hun Helper en Beschermer.

Ze verklaren dat hun hart in Hem verblijd is (Ps 33:21). De oorzaak daarvan is hun vertrouwen op “Zijn heilige Naam”. Dit houdt in dat ze zich aan Hem onderwerpen, dat wil zeggen dat zij God willen laten zijn Wie Hij is: God. Zijn heilige Naam staat ervoor garant dat Hij al Zijn plannen zal uitwerken tot vervulling van al Zijn beloften. Als het slecht gaat met Israël, wordt de Naam van de HEERE onteerd, en als het goed gaat met Israël, wordt de Naam van de HEERE geheiligd. Als de Heer Jezus Zijn discipelen leert bidden, is het eerste dat Hij hun leert zeggen: “Onze Vader Die in de hemelen bent, moge Uw Naam worden geheiligd” (Mt 6:9; vgl. Js 29:23; Js 48:9-11).

Het gebed om zegen in Ps 33:22 is de uitdrukking van afhankelijkheid van de goedertierenheid van God. Het is de wens dat de belofte van de zegeningen van het verbond door de HEERE waargemaakt wordt. Door hun uitgesproken vertrouwen op en verwachting van de HEERE mag het overblijfsel verwachten dat de HEERE trouw zal zijn aan Zijn woord en belofte. De Godvrezenden vragen om Gods goedertierenheid “over” hen, wat betekent dat die over hen zal waken, hen zal beschermen en hen zal leiden door het leven. Ze hopen op Hem en daarmee op alles wat Hij is, want alleen Hem hebben zij nodig om hun leven verder te leven tot Zijn eer.

Copyright information for DutKingComments