Psalms 4:8

Nederlandse verzen (7-9)

Licht, blijdschap, vrede en veiligheid

In deze verzen richt David zich tot de HEERE. Hij geeft antwoord op de vraag die door “velen” (Ps 4:7), dat zijn de tegenstanders (Ps 3:2-3), wordt gesteld. Hun vraag is wie hun het goede zal doen zien. De vraag is een verwijt van “velen”, waarmee de afvallige massa van Gods volk wordt bedoeld. Zij missen voorspoed en welvaart in hun leven en nemen dat God en Zijn gezalfde koning kwalijk. Deze houding komt voort uit het feit dat zij volharden in hun slechte wegen en het getuigenis van het gelovig overblijfsel niet ter harte nemen.

Voor David is het goede dat God het licht van Zijn aangezicht over “ons”, dat wil zeggen over hemzelf en zijn volk, verheft (vgl. Nm 6:24-26). Dit staat tegenover het verbergen van het aangezicht, wat schrik tot gevolg heeft (Ps 30:8b; Dt 32:20). David heeft persoonlijk ervaren dat de blijdschap over het licht van Gods aangezicht een grotere zegen is dan de tijdelijke zegeningen van wat de mensen ‘het goede’ noemen (Ps 4:8).

Het goede dat de mensen willen, vinden ze in “hun koren en hun nieuwe wijn”. Als ze dat maar hebben, hebben ze wat ze willen, maar zonder echt voldaan te zijn. Ze denken alleen aan hier-en-nu. Morgen willen ze weer wat anders en meer. Het goede voor deze mensen is de regering van Absalom (2Sm 15:4-6), en profetisch is het de regering van de antichrist en het beest.

David realiseert zich dat die tijdelijke zegeningen kunnen worden weggenomen, terwijl het leven in het licht van Gods aangezicht een eeuwig genot is (vgl. Hk 3:17-19). De blijdschap die hij in zijn hart heeft, is hem door God gegeven. Dit is geen ingebeelde, gemaakte blijdschap, maar echte blijdschap. De omstandigheden baren hem geen zorgen meer, zijn vele vijanden met hun spotternijen zijn geen bedreiging meer. God vult zijn hart. Dan is er geen ruimte meer voor zorgen en dreiging. Er is vrede en veiligheid omdat God zorgt en beschermt.

Hij kan rustig gaan slapen omdat de HEERE niet alleen beschermt, maar hem veilig doet wonen, dat wil zeggen dat hij zich bij God volledig op zijn gemak voelt (Ps 4:9). Er is niet alleen afwezigheid van vijanden en vijandschap, maar ook de aanwezigheid van innerlijke vrede. Deze situatie van vrede en veiligheid zal God voor Zijn volk bewerken in het vrederijk, maar is nu al aanwezig in het hart als het nacht wordt.

Copyright information for DutKingComments