Psalms 5:2

Inleiding

Psalm 5 is een nachtlied. De situatie voor het overblijfsel wordt erger omdat de antichrist, de man van bloed en bedrog (Ps 5:7), aan de macht is gekomen. Tevens is het een ochtendgebed omdat de psalmist zijn zorgen ’s morgens aan de HEERE voorlegt (Ps 5:4).

In deze psalm spreekt het overblijfsel het vertrouwen uit dat de HEERE de regering van de antichrist zal omverwerpen (Ps 5:2-8). Vervolgens bidden ze om leiding in donkere dagen (Ps 5:9-10) en de verdelging van de volgelingen van de antichrist (Ps 5:11).

Opschrift

Voor “een psalm van David” zie bij Psalm 3:1.

Voor “voor de koorleider” zie bij Psalm 4:1.

Anders dan bij Psalm 4, die ‘bij snarenspel’ is (Ps 4:1), is deze psalm geschikt om “bij” ofwel onder begeleiding van “fluitspel” te worden gezongen. Een fluit is, anders dan bijvoorbeeld een trompet, geschikt om bepaalde emoties op te roepen, weer te geven of te begeleiden. Dat kan vreugde zijn (Js 30:29; Ez 28:13; Mt 11:17), het kan ook verdriet zijn (Jr 48:36; Mt 9:23). De fluit lijkt hier het gepaste instrument omdat juist dit instrument het zuchten, waarover David in Ps 5:2 spreekt, kan weergeven en begeleiden.

Nederlandse verzen (2-4)

Gebed om hulp

David richt zich direct tot de HEERE met ‘woorden’ en ‘zuchten’ (Ps 5:2), met ‘geroep’ en ‘gebed’ (Ps 5:3). Hij vraagt Hem zijn “woorden ter ore” te nemen waarmee hij tot Hem roept (Ps 5:2). Hij is in nood, wat blijkt uit zijn dringende oproep dat God ‘zijn woorden ter ore neemt’, ‘op zijn zuchten let’ en ‘acht slaat op zijn stem’.

Hij wil over zijn nood met God spreken. Daarom nadert hij tot Hem in gebed. Er is immers niemand anders met wie hij daarover kan of wil spreken. Ook vraagt hij aan de HEERE om op zijn zuchten te letten. Zuchten kan onhoorbaar gebeuren. Het bezwaarde gemoed heeft dan geen woorden, maar hij vraagt aan God of Hij er toch op wil letten.

God kan bij onze diepste gevoelens, Hij kent ze. Als we zuchten omdat we geen woorden hebben om tot uitdrukking te brengen wat ons bezwaart, weet Hij wat we willen zeggen. Het komt bij Hem aan. Wij mogen weten dat de Heilige Geest aan onze verzuchtingen woorden geeft (Rm 8:26).

Nog een keer vraagt David nadrukkelijk aan God om acht te slaan op zijn stem als hij roept (Ps 5:3). Hij richt zich tot God in het besef van de persoonlijke betrekking die hij met Hem heeft. Hij noemt Hem “mijn Koning en mijn God”. Hij noemt de HEERE hier zowel Koning als God. In Psalm 2 noemt hij de Zoon van God Koning (Ps 2:6-7). Dit geeft aan dat de Zoon, Die Koning is, Zelf ook God is. Hij is “de Koning der eeuwen” (1Tm 1:17). God is altijd Koning, ook dan als Zijn gezalfde koning, David, van de troon is verjaagd en iemand die er geen recht op heeft, op die troon is gaan zitten.

Nadat hij in Ps 5:3 zijn persoonlijke verhouding tot God heeft uitgesproken, vraagt hij in Ps 5:4 niet meer of de HEERE wil luisteren (Ps 5:2), maar spreekt hij de zekerheid uit dat de HEERE dat doet. ’s Morgens hoort God zijn stem. ’s Morgens is de tijd dat het dagelijkse morgenbrandoffer wordt gebracht (Ex 29:39). Dat wijst ons erop dat we God mogen naderen op grond van het offer van Zijn Zoon.

David bidt niet af en toe, maar “’s morgens”, dat wil zeggen elke morgen. Zodra hij wakker is, zoekt hij God in het gebed. Dit is een belangrijk voorbeeld voor ons. Het is goed om, zodra wij wakker zijn, ons eerst tot God te richten, dat onze eerste woorden voor en tot Hem zijn. In onze dwaasheid zoeken wij Hem vaak als laatste, pas als we geen andere uitweg meer zien.

David zegt ook dat hij zijn gebed voor God ‘neerlegt’. Het werkwoord ‘neerleggen’ wordt ook gebruikt voor het schikken of ordenen van het hout en de delen van het offer op het altaar (Gn 22:9; Lv 1:7). Hierdoor heeft zijn morgengebed het karakter van een morgenbrandoffer (vgl. Ps 141:2).

Na zijn gebed ziet hij uit naar de verhoring door God (vgl. Mi 7:7; Hk 2:1). Daaruit blijkt zijn vertrouwen op Hem. Dat vertrouwen klinkt ook door in de woorden “want tot U bid ik” aan het slot van Ps 5:3. Daarmee zegt hij dat hij tot de HEERE als de enig ware God bidt. Hij bidt alleen tot Hem en tot niemand anders.

Deze woorden zijn de motivatie voor hem om te bidden. Het wil zeggen dat hij zijn verzoek baseert op de trouw van God aan Zijn verbond en belofte. Ons gebed is gebaseerd op de trouw van God (1Jh 1:9) aan het werk van Christus op het kruis, ofwel op de basis van het bloed van het nieuwe verbond.

Copyright information for DutKingComments