Psalms 5:7

Nederlands vers (8)

Gemeenschap met God in Zijn huis

Terwijl de kwaaddoener, de dwazen, allen die onrecht bedrijven, de leugenaars en de man van bloed en geweld worden omgebracht (Ps 5:7), spreekt David de zekerheid uit dat hij Gods huis zal binnengaan (Ps 5:8). Dat is dan nog de tabernakel. Zijn belagers willen hem uit de weg ruimen. Ze rekenen “echter” buiten God, Die hem weer in Zijn huis zal brengen. Hij is buiten Jeruzalem, maar hij zal weer in Gods huis zijn. Dat weet hij omdat hij, ook al is hij buiten Jeruzalem, toch in het gebed in Gods tegenwoordigheid is.

Hij is zich tevens bewust dat het binnengaan in Gods huis uitsluitend berust op Gods “grote goedertierenheid” en niet op grond van iets voortreffelijks in hemzelf (vgl. 2Sm 15:25). Het Hebreeuwse woord voor goedertierenheid, chesed, betekent de trouw van God aan Zijn verbond. Gods goedertierenheid voor ons is op grond van Zijn trouw aan het bloed van het nieuwe verbond, dat is het bloed van Christus.

Als David in Gods huis is, realiseert hij zich dat Gods huis een heilige plaats is. Ook beseft hij dat buigen in vrees voor God, dat wil zeggen met eerbied en ontzag, de enig gepaste houding tegenover Hem is.

Copyright information for DutKingComments