Psalms 72:20

Einde van de gebeden van David

Dat de gebeden van David hier eindigen, wil niet zeggen dat er geen gebeden van David meer volgen. We zullen in de volgende psalmen nog regelmatig gebeden van David horen, zoals Psalmen 86 en 138-145. Hier gaat het erom dat met de komst van het vrederijk alle gebeden van David in vervulling zijn gegaan.

David noemt zichzelf hier “de zoon van Isaï” en niet ‘de koning van Israël’. Daarmee verwijst hij naar zijn natuurlijke en nederige afkomst. Hij doet als het ware een stap terug. Het gaat niet om hem, maar om de Messias, de Zoon van David. De Heer Jezus is het Twijgje Dat is opgegroeid uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels Die vrucht heeft voortgebracht (Js 11:1-2).

Iets dergelijks als wat hier van de gebeden van David wordt gezegd, zien we in “de laatste woorden van David” (2Sm 23:1a). Dit zijn ook niet zijn laatste woorden in letterlijke zin, want we horen daarna nog meer woorden van hem. Zijn ‘laatste woorden’ gaan over de regering van de Messias.

In die laatste woorden noemt hij zich evenals hier in deze psalm “de zoon van Isaï” (2Sm 23:1b). Het gaat hem namelijk om “een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser [in] de vreze Gods” (2Sm 23:3-4). Bij deze Heerser zinkt hij in het niet (2Sm 23:5a) en die plaats neemt hij ook graag in. Zo maakt hij ruim baan voor de Messias, de gezalfde Koning van God.

Copyright information for DutKingComments