Psalms 78:57

De afkerigheid van het volk

Na de overvloed aan bewijzen van de trouw en zorg van God voor Zijn volk volgt er een menselijk “maar” (Ps 78:56). In plaats van dankbaar te zijn “stelden” zij “God, de Allerhoogste, op de proef en tergden [Hem]” (vgl. Ps 78:41). Dit is een grotere zonde dan in de woestijn. In de woestijn was alles dor en doods. In het land echter waren ze omgeven door de zegeningen. Hier zien we dat zowel moeilijkheden als zegeningen de mens ontrouw maken aan God als hij niet ziet dat God er voor hem is zowel in de moeilijkheden als in de zegeningen. Hier zijn we geschiedkundig in het boek Richteren aangekomen.

De zegeningen maakten hen niet dankbaar, maar ondankbaar. Ze waren niet tevreden met wat God hun had gegeven. Steeds weer weken ze van Hem af, zoals we zien in het boek Richteren. Ze tergden Hem met hun zondige handelwijze, want ze “namen Zijn getuigenissen niet in acht”. Wat God had gezegd, interesseerde hen niet.

De volgende stap van Hem af was dat ze “afkerig” werden en “trouweloos” handelden, “zoals hun vaders” (Ps 78:57). “Zij keerden zich om als een bedrieglijke boog”, dat wil zeggen dat zij niet beantwoordden aan de verwachting. God wilde dat zij tot een getuigenis voor Hem zouden zijn tegenover de volken om hen heen, maar daarvan maakten zij niets waar. Zij verloochenden hun roeping.

In plaats van God te eren zijn ze de afgoden gaan vereren (Ps 78:58). “Zij verwekten Hem tot toorn door hun [offer]hoogten”, dat wil zeggen dat ze altaren hebben gemaakt om daarop offers te brengen aan de afgoden (Ri 2:11-13). Dit was wel een heel grove belediging voor God, Die hen zo had geleid, verzorgd en gezegend. Dat God hiermee tot toorn werd verwekt, moet ieder weldenkend mens begrijpen. Welk mens zou zo’n grote ondankbaarheid voor bewezen diensten normaal vinden en accepteren?

Zij “verwekten Hem tot na-ijver door hun [afgods]beelden”. Dit is een volkomen gerechtvaardigde na-ijver of jaloersheid. Welke gezond denkende man wordt niet tot na-ijver verwekt als hij merkt dat zijn vrouw verliefd wordt op een andere man en hem ontrouw wordt (Sp 6:32-34)? God is een na-ijverig God (Ex 20:5; Ex 34:14). Hij kan het niet over Zijn kant laten gaan als Zijn volk Hem ontrouw wordt en achter andere goden aangaat en die aanhangt (Dt 32:16; 21; vgl. 2Ko 11:2-3).

Copyright information for DutKingComments