Psalms 79:13

Gelofte om God te loven

Het gelovig overblijfsel doet God een gelofte. Ze doen dat als “Uw volk en de schapen van Uw weide”. Hiermee komt de psalmist terug op het slot van Psalm 78 (Ps 78:71). God is Koning van Zijn volk en Herder van de schapen die in Zijn land weiden. Hij doet Zich op dit moment nog niet zo kennen, maar dat zal gebeuren (Ez 37:22; 24). Zo zien ze zichzelf, al zijn ze nu met geweld uit hun land weggevoerd. Ze zijn nu ‘Lo-Ammi’, dat is ‘niet Gods volk’ (Hs 1:9) en bevinden zich buiten Gods ‘weide’.

Als God wraak neemt en vergelding over de vijanden brengt, zullen zij Hem “voor eeuwig loven”. Ze leggen er de nadruk op dat zij, “wíj”, dat zullen doen. Ook zullen ze “van generatie op generatie … Uw roem vertellen”. De roem van God, dat wil zeggen Zijn trouw en barmhartigheid die zij hebben ervaren in hun verlossing, willen ze doorgeven. Dit gebeurde door het vast te leggen in de Schrift en gebeurt in de toekomst door het loven van de HEERE voor al Zijn daden. Generatie op generatie zullen ze de roem van God verkondigen.

Copyright information for DutKingComments