Psalms 81:15

Nederlandse verzen (14-17)

Gods verlangen om te zegenen

God slaakt als het ware een verzuchting, weergegeven in “och”, dat Zijn volk toch naar Hem zou luisteren en dat Israël in Zijn wegen zou gaan (Ps 81:14; vgl. Lk 19:42; Dt 5:29; Dt 32:29-30; Js 48:18). Ze hebben dat niet gedaan, waardoor ze alle hierna genoemde zegeningen hebben verspeeld.

Tussen de regels door beluisteren we echter een uitnodiging om alsnog naar Hem te luisteren om dan alsnog de verspeelde zegeningen te ontvangen. God verwerpt Zijn volk niet voorgoed. De les kwam van de geschiedenis van Israël, maar de les is bedoeld voor het gelovig overblijfsel van Israël. Zij zullen dit in de toekomst gaan lezen. Vandaag is de les voor ons, als we ons bezighouden met de overdenking van deze psalm.

Hun vijanden hebben nu de overhand, maar als ze naar Hem luisteren, zal Hij direct voor hen tussenbeide komen en hun vijanden onderwerpen (Ps 81:15). Hiermee opent God de mogelijkheid tot een nieuwe bevrijding, gelijk aan de bevrijding uit Egypte. Ze hoeven maar tot Hem te roepen in hun nood, zich tot Hem te bekeren en in geloof naar Zijn wil te gaan leven, en Hij zal Zijn hand keren tegen hun tegenstanders. Nu is dat niet zo. Nu is Zijn hand tegen hen gekeerd en heeft Hij hen in de hand van hun vijanden moeten overgeven.

De situatie zal dan geheel omgekeerd worden. Hun vijanden, zij die “de HEERE haten”, zullen “zich geveinsd aan Hem” onderwerpen (Ps 81:16). Tegenover de tijd van zegen die het gelovig overblijfsel in het vrederijk zal genieten, zal “hún tijd”, dat is de tijd van de haters van de HEERE, “voor eeuwig” onderwerping en straf zijn.

De zegen bestaat uit “de beste tarwe” en “honing uit de rots” (Ps 81:17). Het zijn twee van de zeven zegeningen die spreken van de overvloedige zegeningen van het land (Dt 32:13-14; vgl. Dt 8:7-8). Van deze zegeningen zouden ze te eten hebben gekregen en ermee verzadigd zijn geworden als zij Gods inzettingen ter harte zouden hebben genomen. Dat God hun deze zegeningen voorhoudt, doet Hij om hen er alsnog toe te bewegen aan Hem gehoorzaam te worden. Gehoorzaamheid aan Hem leidt tot leven en zegen in overvloed (Js 48:17-19).

In geestelijk opzicht spreekt ‘de beste tarwe’ van Christus. Hij is de tarwekorrel Die in de aarde is gevallen en is gestorven en veel vrucht heeft voortgebracht (Jh 12:24). De rots is eveneens een beeld van Christus (1Ko 10:4). Honing is zoet. Honing uit de (geslagen) rots spreekt van de zoete betrekkingen van de gelovigen onderling die gekomen zijn als vrucht van het lijden van Christus.

Omdat iedere gelovige aan Christus is verbonden, is er onder de gelovigen ook een nauwe onderlinge gemeenschap. Deze verbondenheid zal volmaakt in de hemel worden genoten. De honing wordt genoemd in verbinding met het Woord van God (Ps 19:11). De onderlinge verbondenheid wordt nu al op aarde genoten als gelovigen zich met Gods Woord voeden en Zich laten leiden door Gods Geest.

Copyright information for DutKingComments