Revelation of John 22:20

Ja, Ik kom spoedig

Op 22:15. De tegenstelling met het voorgaande vers is groot en dramatisch. “Buiten” de stad, ‘buiten’ de nieuwe wereld, zijn allen die geen recht hebben op de boom en het ingaan in de stad. ‘Buiten’ is meer dan alleen een geografische plaats. Het is zeker een geografische plaats, maar het is vooral de plaats van eeuwige kwelling (Op 21:8). Het karakter van de mensen die buiten zijn, bevestigt dat zij terecht ‘buiten’ de stad met al haar zegeningen zijn. Het geeft aan waaraan zij zich in dienst van de satan hebben overgegeven.

1. Het eerste wat hun karakter kenmerkt, wordt aangegeven door het begrip “honden”. ‘Hond’ is een benaming voor een boosdoener die zonder enig gevoel te werk gaat (Ps 22:17; 21; Js 56:10; Fp 3:2; vgl. Dt 23:18). Alle categorieën hebben dit kenmerk.

2. “Tovenaars” willen macht over anderen uitoefenen.

3. “Hoereerders” zoeken ten koste van anderen bevrediging van hun lusten.

4. “Moordenaars” benemen anderen het leven.

5. “Afgodendienaars” leveren zich willoos uit aan demonen.

Het geheel is ingekaderd in de leugen die men liefheeft en doet. Van al dit soort mensen zal de hel vol zijn.

Op 22:16. Hier is de Heer Jezus weer aan het woord. Hij vestigt de aandacht op Zichzelf met de woorden “Ik, Jezus”. Hij is de Almachtige, de Koning van de koningen en de Heer van de heren, de Schepper van het heelal en de Onderhouder van alle dingen, maar Hij stelt Zichzelf hier voor met de naam die kenmerkend is voor Zijn vernedering.

Hij is tevens de Gebieder van de engelen. Hij zendt ze waarheen Hij wil met de boodschap waarvan Hij wil dat die gebracht wordt. Hij richt Zich door Zijn engel tot de gemeenten. Dat zijn de plaatselijke gemeenten waar gelovigen samenkomen en samenwonen in het besef dat zij deel uitmaken van de wereldwijde gemeente. Zulke gelovigen wensen niets anders dan in de plaatselijke gemeente waar te maken wat voor de wereldwijde gemeente geldt.

De Heer voegt nog enkele aspecten van Zijn Persoon aan Zijn mededelingen toe. Hij noemt Zichzelf “de Wortel en het Geslacht van David”. Dat is Hij voor Israël, waarvan Hij de wortelscheut is (Op 5:5; Js 11:1; 10), waaruit dan ook het hele volk voortkomt. Tevens is Hij voor Israël het Geslacht – dat wil zeggen ‘Zoon’ – van David. Hij is uit dit volk voortgekomen, opdat in Hem alle beloften betreffende het koninkrijk van God werkelijkheid worden, met zegeningen voor Israël en de volken.

De Heer is ook nog “de blinkende Morgenster”. Dat is Hij voor Zijn gemeente. Zo zal Israël Hem nooit kennen. De gemeente hoeft niet te wachten tot Hij als de Zon der gerechtigheid verschijnt. Als de Zon der gerechtigheid zal Hij voor Israël en de wereld verschijnen (Ml 4:2), maar de Morgenster gaat aan het opgaan van de Zon vooraf. Als het goed is, is de Morgenster al opgegaan in je hart (2Pt 1:19), dat wil zeggen dat je met verlangen uitziet naar Zijn komst voor de gemeente.

Op 22:17. Als de Heer Jezus zo Zijn stem heeft laten horen en gewezen heeft op Zichzelf als de vervulling van alle beloften, kunnen de Geest en de bruid niet zwijgen. De Geest is wel op aarde, maar als een tijdelijke verblijfplaats. De Geest woont hier net zolang als de gemeente, de bruid, hier is. Maar Hij voelt Zich hier niet thuis. Zo voelt ook de bruid zich niet thuis in de wereld. Ze is hier nog steeds gescheiden van haar Bruidegom. Maar als ze Zijn stem hoort, klinkt ook haar stem in volkomen harmonie met de stem van de Geest en zegt ze tegen haar Bruidegom: “Kom!”

De bruid is de gemeente als geheel. Het geheel van de gemeente zegt ‘kom!’, ook al verlangt niet ieder die tot de bruid behoort even vurig naar de Heer. Daarom komt ook de oproep tot ieder individueel om te zeggen: “Kom!” Het verlangen van de een kan aanstekelijk werken op het gedoofde verlangen van de ander.

Dan wordt nog een derde groep aangesproken. Die groep maakt nog geen deel uit van de bruid, maar zou dat wel willen, er is dorst. Ieder die dorst heeft, wordt nog uitgenodigd om van het levenswater te nemen en wel gratis (Js 55:1). Dit water ziet op de verkwikking die de Heer Jezus door Zijn Geest wil geven aan ieder die moe is van het leven in de zonde (Jh 4:10-15; Jh 7:37).

Op 22:18. De Heer waarschuwt er in krachtige woorden, “Ik betuig”, voor om niets toe te voegen aan de inhoud van de woorden van de profetie die in dit bijbelboek zijn opgenomen. Er moet en mag niets toegevoegd worden aan alle beschreven gebeurtenissen (vgl. Sp 30:6; Dt 4:2; Dt 12:32). Eraan toevoegen betekent de aanmatiging als zou God niet alles hebben gezegd wat Hij te zeggen had. Dit is de zonde waartoe de satan Eva heeft verleid (Gn 3:1-3) en waardoor haar de aangekondigde straf van de dood werd toegevoegd.

De satan zal nog steeds alles in het werk stellen om de woorden van de profetie van dit boek voor de mensen gesloten te houden, of ze zo te verdraaien, dat de ware kracht ervan verloren gaat. Als de satan zijn leugen kan toevoegen aan de woorden van de profetie van dit boek, woorden waarin zijn einde wordt weergegeven, kan hij zoveel mogelijk mensen meeslepen naar de hel. Maar de Heer Jezus waarschuwt hier om niet in deze valstrik te lopen. Toevoegen aan wat volmaakt is, betekent toegevoegd krijgen van de plagen die in dit boek beschreven zijn. Die plagen kunnen niet heviger worden dan ze beschreven zijn. Ze kunnen wel meer in aantal worden.

Op 22:19. De volgorde is anders dan in het vorige vers. Hier gaat het om de volledig afgeronde boodschap van het boek als geheel. Daarvan kan niets worden afgenomen. Mensen nemen af of weg van het Woord van God wat ze niet begrijpen. Het hoogmoedige verstand van de mens verwerpt van Gods Woord wat hem onaanvaardbaar lijkt. Je kunt hierbij denken aan bijbelkritiek. Een dergelijke houding tekent de vermetelheid van het ongeloof.

Maar wie zo met Gods Woord afrekent, met hem zal God afrekenen. Zo iemand ontvangt geen deel aan de boom en de stad. Door zijn houding geeft hij aan dat hij helemaal geen zin heeft om deel te hebben aan dingen waar de gelovige van geniet. Hij zal er dan ook nooit deel aan krijgen. Het is hem voorgehouden, hij heeft erover gelezen, maar hij verwerpt het. Hij had er deel aan kunnen krijgen, maar wilde niet. Daarom wordt het hem aangeboden deel van hem weggenomen.

Het gaat hier absoluut niet om het wegnemen van iets waaraan een gelovige deel heeft gekregen. Het deel van een gelovige kan hem nooit worden afgenomen. Een gelovige zal ook nooit iets van de woorden van het boek van deze profetie afnemen. Dat je als gelovige niet alles begrijpt en er vragen over hebt, is van totaal andere orde dan het verwerpen van iets wat God heeft gezegd. En over dat laatste gaat het hier.

Op 22:20. De Heer Jezus besluit het boek met een laatste getuigenis dat het boek van Hem Zelf komt. Christus is de absoluut betrouwbare Getuige van de in dit boek geopenbaarde dingen. In aansluiting daarop zegt Hij: “Ja, Ik kom spoedig!” Dit is het antwoord op de roep van de Geest en de bruid in Op 22:17. Met zijn ‘ja’ bevestigt Hij dat er niet de geringste twijfel hoeft te zijn aan alles wat is gezegd. Vervolgens zegt Hij dat Hij op het punt staat om te komen. Er is geen enkele vervulling van enige profetie nodig, voordat Hij voor Zijn bruid zou kunnen komen.

De reactie op de toezegging van de Heer dat Hij spoedig komt, is: “Amen, kom, Heer Jezus.” Dit klinkt uit de mond van allen die Hem liefhebben. Twee keer eerder heeft de Heer gezegd dat Hij spoedig komt (Op 22:7; 12). De reactie daarop is anders dan de reactie hier. In Op 22:7 wordt de toezegging gevolgd door een aansporing om Gods Woord te bewaren. In Op 22:12 wordt de toezegging gevolgd door de belofte van beloning. In dit vers wordt de toezegging van de Heer gevolgd door een spontane uiting van verlangen naar Hemzelf, naar Zijn Persoon. Hiermee sluit het boek eigenlijk af.

Op 22:21. Toch volgt er nog een zegenwens van Johannes voor “alle heiligen”, die nodig is zolang de Heer Jezus nog niet is gekomen. Tot het moment van Zijn komst mogen alle heiligen op Zijn “genade” rekenen. Hierop kan alleen een instemmend “amen” volgen. Een prachtig slot.

Lees nog eens Openbaring 22:15-21.

Verwerking: Wat betekent voor jou dat de Heer spoedig komt?

Copyright information for DutKingComments