‏ Romans 12:2

Wordt veranderd

Rm 12:1. Als je op je hebt laten inwerken wat God allemaal voor jou heeft gedaan, hoeveel Hij van je houdt, hoe barmhartig en ontfermend Hij is, dan kan het niet anders of je komt tot het punt dat je zegt: ‘Heer, hier ben ik, vult U mijn leven maar.’ God verwacht niet anders van je dan dat je nu in je leven laat zien dat je iets hebt begrepen van het onderwijs dat je hebt gekregen. Niet dat je les hebt gekregen in een aantal waarheden die bestemd waren om uit je hoofd te leren. Wat je hebt gezien en waarvan je onder de indruk bent gekomen, zijn “de ontfermingen van God”. Je hebt die aan den lijve ondervonden en daarvan gaat de apostel uit om je te leren hoe je als christen kunt leven tot eer van God.

Je zou Rm 12:1 en Rm 12:2 elk met één woord kunnen samenvatten. Rm 12:1: toewijding en Rm 12:2: gehoorzaamheid. Nu je de Heer Jezus hebt aangenomen, heeft God recht op je hele leven. Het zal je niet moeilijk vallen je lichaam te stellen “tot een levende offerande” als je eraan denkt wat God allemaal voor jou heeft gedaan. Daarom begint Paulus met te wijzen op “de ontfermingen van God”. Het is echt een vreugde voor het hart van God, als je Zijn ontfermingen beantwoordt met de offerande van je lichaam. Dat wil zeggen dat uit jouw leven overgave en toewijding aan God tevoorschijn komen.

Vroeger gebruikte je je lichaam om voor jezelf te leven. Graag wilde je zelf de eer ontvangen van wat je deed en wat je was. Maar je lichaam is niet meer van jezelf. In 1 Korinthiërs 6 staat dat je voor een prijs bent gekocht (1Ko 6:20) – dat is de prijs die de Heer Jezus voor jou op het kruis betaalde en waarbij je weer aan die ontfermingen wordt herinnerd – en dat daarom verwacht mag worden dat je in je lichaam God verheerlijken zult. Daar heeft ook dat “heilig” mee te maken. Heilig betekent: apart gezet voor een bepaald doel. Je lichaam is apart gezet met het doel God daarmee te verheerlijken.

Hoe kun je dat nu doen? Hij wil graag door de manier waarop jij nu met je lichaam omgaat, wat je ermee doet, worden herinnerd aan het leven van de Heer Jezus, toen Hij op aarde was. Dan is de offerande van je lichaam welbehaaglijk voor God, net zoals dat bij de Heer Jezus het geval was. God heeft een paar keer vanuit de hemel over de Heer Jezus laten horen: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen heb gevonden” (Mt 3:17; Mt 17:5).

Datzelfde welbehagen wil God ook graag in jouw leven kunnen hebben. Dat bereik je niet door eens een keer een vrome bui of een vroom gevoel te hebben, zonder dat je erbij nadenkt waar je mee bezig bent. Het gaat om een “redelijke dienst” of, zoals het ook te vertalen is, je “verstandelijke godsdienst”. Dat wil zeggen dat dit een manier van leven is, waarbij je je bewust bent van alles wat je doet en laat voor de Heer. Je beslissingen worden in Zijn tegenwoordigheid overwogen en genomen. Dat is belangrijk. Je kunt je zo vlug laten leiden door wat in de wereld om je heen normaal en gangbaar is. God wil jou Zijn wil duidelijk maken. Vraag je Zijn wil in alle kleine en grote dingen?

Rm 12:2. Je hele leven moet in al zijn uiterlijkheden “niet gelijkvormig aan deze wereld” zijn, maar het moet alles “veranderd” worden. Dan kun je denken aan de manier waarop je praat, handelt, je gedraagt, je kleedt en met mensen omgaat. Het houdt alles in wat er van je uitgaat, wat mensen van je zien en horen. Op welke wijze die verandering moet plaatsvinden, hoef je niet zelf uit te maken. Dat gebeurt vanuit “de vernieuwing van uw denken”. Vroeger was je denken op jezelf gericht, maar door het nieuwe leven, je nieuwe levensinstelling, kun je je nu op God richten.

Het staat hier als een vermaning, het is geen automatisme. Je zult je erop moeten toeleggen die ‘verandering van gedaante’ ook te laten gebeuren. Als je pas bekeerd bent, mag je rekenen op het geduld van God. Niet alles waarin je de wereld nog gelijkvormig bent, zal je direct duidelijk zijn. God zal je dat stap voor stap laten zien. Als je langer bekeerd bent, moet je niet denken dat je deze vermaning niet nodig zou hebben. Je ontkomt niet aan de invloed die de wereld op je uitoefent. Daarom moet je steeds weer die verandering waarmaken. Wil jij dat? Dat is waar het op aankomt.

Dan alleen ben je in staat om te beproeven “wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God” is. Het kennen van die wil is absolute noodzaak om in je leven de ontfermingen van God tentoon te spreiden. Wat krijgt je leven een rijke vulling als je het zó beziet!

Lees nog eens Romeinen 12:1-2.

Verwerking: Zijn er dingen in je leven waarvan je weet dat ze anders moeten om God welgevallig te zijn?

Copyright information for DutKingComments