Romans 14:10
Alles voor de Heer
Rm 14:7-8. Leven voor de Heer. Sterven voor de Heer. Alles voor de Heer. Vandaag en morgen. Geen ruimte voor een eigen invulling. Benauwend? Of juist bevrijdend? Je hebt je keus gemaakt door je aan de Heer Jezus uit te leveren. Vanaf het moment dat je dat deed, ben je helemaal van Hem en voor Hem. Je kunt niets meer voor jezelf doen. Rm 14:9. Maar vergeet niet dat je dat vroeger ook niet kon. Toen leek het wel of je je eigen baas was, maar in werkelijkheid was je een slaaf van de zonde. Daarom kan het niet anders dan een bevrijding zijn dat je nu aan Iemand toebehoort van Wie gezegd wordt dat Hij gestorven is en weer levend is geworden. Je weet dat juist in deze brief de dood en de opstanding van de Heer Jezus zo uitvoerig aan de orde zijn geweest. De Heer Jezus heerst nu “zowel over doden als over levenden”. Als dat waar is voor alle doden en alle levenden – en het ís waar! –, dan is het ook waar voor jou. Rm 14:10-11. Dan kun jij niet zomaar in de rechten van de Heer treden door je broeder te oordelen of te minachten. Ik zeg niet dat het bij jou zo gebeurt, maar deze verzen staan er niet voor niets. God weet beter dan wij, hoe wij ons over anderen kunnen uitlaten. Iedere christen heeft het gevaar in zich om in een van beide fouten te vallen. Wie dit ontkent, kent zichzelf niet. En zelfkennis is een belangrijk wapen om jezelf voor deze gevaren te bewaren. Nog belangrijker dan deze gevaren te zien is het om te denken aan de rechterstoel van God. Daar komen we allemaal een keer voor te staan. Dat is een indrukwekkende gedachte. Het is een rechterstoel waarop niet een aardse, feilbare rechter zit, maar waarop een Rechter zit Die volmaakte kennis heeft van alles wat wij gedaan en gezegd hebben. Hij doorziet volkomen onze motieven. Hij weet precies waarom we bepaald voedsel wel of niet hebben gegeten. Hij weet precies waarom we bepaalde dagen boven andere dagen hebben verheven of waarom voor ons alle dagen gelijk waren. Hij zal ons dan feilloos duidelijk maken waarin we onze broeder hebben geoordeeld of geminacht. Hij zal ons laten zien dat die ander ook voor Hem leefde. Even ter herinnering: het gaat hier niet om verkeerde, zondige dingen zoals een zondige leefwijze of dwaalleer. Als we bij een ander verkeerde dingen zien, moeten we daar wel iets van zeggen. Dat doen we dan op grond van andere bijbelgedeelten. Hier gaat het om jouw en mijn persoonlijke geweten. Het geweten is geen volmaakt richtsnoer voor ons leven – dat is alleen het Woord van God –, maar God houdt er wel rekening mee en dat moeten wij tegenover anderen ook doen. Rm 14:12. Als jou en mij zo wordt voorgehouden dat er een ogenblik komt waarop ieder van ons voor zichzelf rekenschap zal moeten geven aan God, zal dat nu al een uitwerking hebben. Als ik denk aan de rechterstoel van God waar ik straks vóór zal staan, zal ik graag nu leven alsof ik er nu vóór stond. Dan wil ik graag nu, op dit moment, al rekenschap geven aan God. Rm 14:13. Het resultaat van deze gedachte is dat we tot het oordeel zullen komen dat we elkaar niet (meer) moeten oordelen. Dat zullen we dan aan God overlaten. Ieder persoonlijk zal zich voor God buigen en Hem als God erkennen. Dat maakt ons klein. Het maakt ons ook voorzichtig met het uiten van kritiek op wat onze broeder of zuster meent voor de Heer te moeten doen. In onze eigen opstelling zullen we ook voorzichtig zijn in wat wijzelf menen te moeten doen of laten voor de Heer. In ons gedrag kan wel eens iets zijn wat voor onze broeder, die pas bekeerd is of nog niet goed zijn positie in Christus kent, een struikelblok wordt om geestelijk te groeien. Als jij zegt dat je graag de Heer wilt dienen, is alles wat jij doet van invloed op anderen die dat ook willen, terwijl ze toch op bepaalde zaken een andere kijk kunnen hebben. Rm 14:14. Voor jezelf kun je weten en overtuigd zijn in de Heer Jezus dat niets op zichzelf onrein is. Het gaat hier natuurlijk niet om de onreinheid die in de wereld wordt gevonden, maar nog steeds over bepaalde voorschriften van het Oude Testament. Toen werd je bijvoorbeeld door iets aan te raken of te eten wat door God onrein was verklaard, zelf ook onrein. Nu is dat niet meer zo. Dat is in elk geval wat Paulus van zichzelf zegt. Het is ook waar voor iedere christen die weet hoe God hem nu ziet in verbinding met het werk van Christus. Wie meent dat er nog onreine dingen zijn, toont daarmee dat hij zich de volle vrijheid in Christus nog niet heeft toegeëigend. Dit ‘toe-eigenen’ is geen hoogmoed, maar eenvoudig geloof in wat God heeft gezegd. Houd steeds voor de aandacht dat het hier gaat om het persoonlijk geweten en de verschillen die dat kan geven in de beleving van het geloof. Hoe je hier verder mee om moet gaan, wordt in de volgende verzen duidelijk gemaakt. Lees nog eens Romeinen 14:7-14. Verwerking: Als jij nu aan de rechterstoel van God denkt, wat is dan je reactie?
Copyright information for
DutKingComments