‏ Romans 14:4

Elkaar aannemen

Rm 14:1. Er komt nu een nieuw gedeelte in de brief. Het loopt van Romeinen 14:1 tot Romeinen 15:7. Waar het in dit gedeelte om gaat, kun je mooi zien aan het eerste en het laatste vers van dit gedeelte. In beide verzen lees je over het aannemen van elkaar. Dat is belangrijk. Je zult er wel al achter gekomen zijn, dat alle gelovigen over een aantal zaken niet allemaal hetzelfde denken. Om de verschillen duidelijk te maken stelt Paulus hier twee gelovigen aan ons voor. De ene noemt hij ‘zwak’ en de andere noemt hij ‘sterk’.

Je moet bij ‘zwak’ en ‘sterk’ niet denken aan de beleving van het geloof, dat iemand zwak of sterk in het geloof is. Het gaat ook niet om het verschil tussen vleselijk en geestelijk. Vleselijk zou dan zwak en geestelijk zou dan sterk zijn. Waar het hier om gaat, is dat er invloeden uit het verleden zijn die nog een rol spelen in het leven van een christen. Met name gaat het hier om bekeerde Joden die christen geworden zijn en toch nog vasthouden aan bepaalde oudtestamentische inzettingen.

Rm 14:2-6. Als voorbeelden worden genoemd het eten of niet eten van bepaald voedsel en ook het onderhouden van bepaalde dagen die belangrijker zouden zijn dan andere dagen. Hierin kunnen christenen zwak zijn.

Zwakken zijn christenen die menen dat ze zich nog aan voedselvoorschriften moeten houden die voor Israël golden. Of ook christenen die menen dat ze zich moeten houden aan een aantal gedenkdagen zoals ook Israël die kende. We kunnen hierbij denken aan christelijke feestdagen, maar ook aan het houden van Joodse feestdagen. Er zijn er die in alle oprechtheid menen dat ze deze dagen moeten onderhouden. De zwakke in het geloof is niet de nalatige of ontrouwe christen, maar een christen die juist vaak een grote nauwgezetheid in zijn christelijke levenswandel toont.

Daarnaast staat de sterke in het geloof. Hij weet dat hij alles mag eten, met uitzondering van de in Handelingen 15 genoemde dingen (Hd 15:29). Hij weet ook dat de enige dag die zich van de andere dagen onderscheidt de eerste dag van de week is. Dat is de dag die in Openbaring 1 ‘de dag van de Heer’ wordt genoemd (Op 1:10), dat is de dag die op een speciale wijze de Heer toebehoort.

Hoe je tegen voedsel en bepaalde gedenkdagen aankijkt, hangt af van het kennen van je positie in Christus. Wie weet dat hij in Christus een nieuwe schepping is, heeft geen moeite met zaken als voedsel en dagen. Hij weet hoe hij daarmee om moet gaan.

Maar daarmee is het onderwerp niet klaar. Het belang van dit gedeelte is niet hoe we met voedsel en dagen moeten omgaan, maar hoe we met elkaar moeten omgaan. Als de ander het anders ziet dan ik, minacht ik (als ik bij de sterken hoor) of veroordeel ik (als ik bij de zwakken hoor) de ander dan? We moeten elkaar aannemen in het besef dat de ander het doet voor de Heer. Daarin ligt het motief. We mogen onszelf, en ook elkaar wel, best eens de vraag stellen: Doe of laat ik dit of dat voor de Heer? Dan komen we voor onszelf tot een bepaalde conclusie, terwijl de ander tot een andere conclusie kan komen. Ieder zal in zijn eigen denken ten volle verzekerd moeten zijn.

Als we hiervan uitgaan, zal er geen woordenstrijd ontstaan wanneer we met elkaar over deze verschillen praten. Ieder is persoonlijk verantwoording verschuldigd aan de Heer. Is het je ook opgevallen dat hier vaak over de ‘Heer’ gesproken wordt? De ander staat onder Zijn gezag, niet onder het jouwe of het mijne, hij is “andermans huisknecht” (Rm 14:4) en aan Hem onderworpen.

Het is maar gelukkig dat over twijfelachtige vragen op deze manier gesproken wordt. De neiging van ons hart is altijd om voorschriften te geven, alles op papier te zetten. Dan blijft er niets meer over als een oefening voor het geweten. Wij hebben het nodig om staande gehouden te worden. Dit gevoel zal ons bewaren voor een hoogmoedig optreden. Daarbij zullen we de blijde ervaring opdoen dat de Heer machtig is ons staande te houden.

Het doel van alles is toch dat Hij de eer krijgt die Hem toekomt. Dat komt ook tot uiting in Rm 14:6: zowel de een als de ander “dankt God”. Zo kan er een samen danken van God zijn, de harten gaan samen naar Hem uit en blijven bij elkaar in Zijn tegenwoordigheid.

Lees nog eens Romeinen 14:1-6.

Verwerking: Ben jij zwak of sterk?

Copyright information for DutKingComments