Romans 5:3

Roemen in verdrukkingen en in God

Rm 5:3. Bij het woord “roemen” kun je denken aan blij zijn. Nou, blij ben je zeker als je in Rm 5:2 je toekomst voor je ziet. Het uitzicht om de heerlijkheid van God te mogen binnengaan maakt je blij. Maar je bent er nog niet. Je bent nog op weg daarheen en je leeft nog hier op aarde met al de zorgen en problemen die dat met zich meebrengt. Is daar wel iets om in te roemen, om blij over te zijn? Toch staat het in Rm 5:3: “Maar wij roemen ook in de verdrukkingen.” ‘Mooi gezegd, maar hoe kan dat?’ vraag je je misschien af. Daarvoor moet je kunnen zeggen: “Wij weten.”

Weten is zeker weten. Je weet zeker dat de verdrukkingen niet op zichzelf staan. De moeilijkheden die God in je leven toelaat, hebben een doel. God gebruikt de moeilijke dingen die je meemaakt om de echtheid van je geloof te testen. Als alles op rolletjes loopt in je leven, is het niet moeilijk om te geloven. Pas als er moeilijkheden zijn of komen, kun je laten zien wat je geloof waard is. Als je geloof echt is, zul je het volhouden op God te vertrouwen. Dan geef je niet bij de eerste de beste tegenslag je geloof op. Je vindt er juist steun in omdat je weet dat het God niet uit de hand loopt.

Wat een verdrukking extra moeilijk maakt, is als die langer gaat duren dan je zou willen. Daarom heb je “volharding” nodig. Om vol te houden als de moeilijkheden maar blijven duren, mag je rekenen op de trouw en hulp van de Heer. Hij wil je ondersteunen en je de kracht geven om vol te houden.

Rm 5:4. Op die manier ervaar je Zijn nabijheid. Dat is die “beproefdheid”. Je proeft, ervaart, Zijn hulp. Dat is een schitterende ervaring midden in al dat verdrietige. Het gevolg van die ervaring, van die beproefdheid, is “hoop”. Door de ervaring van Wie God voor je is in je dagelijks leven, weet je dat God je niet in de steek laat en dat Hij je zal brengen waar Hij je graag hebben wil, namelijk in Zijn heerlijkheid. Je ziet hoe het een voortkomt uit het ander.

Rm 5:5. De hoop die je hebt, beschaamt Hij niet. Nu wordt er nog iets geweldigs aan toegevoegd – waardoor je ook zeker weet dat je in je hoop niet beschaamd zult worden – en dat is “de liefde van God”. Liefde is de natuur van God. God is liefde en Hij heeft Zijn liefde in jouw hart uitgestort. Je kunt het nog zo moeilijk hebben, maar in je hart heb je de overtuiging dat God in Zijn liefde nooit zal toelaten dat de zaak uit de hand loopt. Om die liefde van God te ervaren hoef je niet zelf je best te doen. De kracht daarvoor ontbreekt jou, net zoals je geen kracht had om jezelf voor God te rechtvaardigen. Er is nu een nieuwe krachtbron in jou: de Heilige Geest Die ons gegeven is. Hij, de Heilige Geest, Die Zelf God is, heeft Gods liefde in je uitgestort.

Rm 5:6-8. Het grootste bewijs van de liefde van God is wel de dood van Christus voor krachtelozen en goddelozen. Bij mensen kan het voorkomen dat iemand voor een ander sterft omdat die ander dat waard is. Maar dat is niet de manier waarop God liefheeft. God bevestigt Zijn liefde tot jou hierin dat Christus voor jou gestorven is toen jij nog een zondaar was.

In jou was voor God niets aantrekkelijks om daarvoor Zijn Zoon over te geven in de dood. Maar ik zei al: God is liefde. Hij gaf Christus uit Zichzelf, zonder dat jij daarom vroeg, omdat Hij liefde is. Als God dan zo Zijn liefde bewezen heeft toen jij Hem niet wilde, zou Hij dan niet vanuit die liefde voor jou zorgen zolang je nog op aarde bent?

Rm 5:9. Je bent immers gerechtvaardigd door het bloed van Christus, weet je nog wel? Je hoort bij Hem. God ziet altijd Zijn bloed. Hij ziet je niet meer als zondaar, maar Hij ziet je in verbinding met de Heer Jezus. Christus staat er borg voor dat jij behouden zult worden van de toorn. Het is onmogelijk dat de toorn van God jou nog kan treffen. Gods toorn heeft voor jou zijn uitwerking gehad toen Christus voor jou stierf.

Rm 5:10. Jij was een vijand van God die met Hem verzoend moest worden. Dat is gebeurd door de dood van Zijn Zoon. Nu ben je geen vijand van God meer. Je bent met God verzoend. En de Zoon van God is niet meer dood. Hij is dood geweest en is levend tot in alle eeuwigheid. Hij leeft! Weet je waarvoor Hij nu leeft? Dat is om jou te behouden. Behouden betekent hier: veilig door alle gevaren van het leven heen loodsen en in Gods heerlijkheid brengen. Denk je dat Hij dat kan? Zeker weten!

Rm 5:11. Hier wordt voor de derde keer over roemen gesproken. Dit roemen is roemen in de hoogste vorm. Het is niet het roemen in de hoop op de heerlijkheid van God van Rm 5:2. Dat roemen heeft te maken met de toekomst. Het is ook niet het roemen in de verdrukkingen van Rm 5:3. Dat roemen heeft te maken met je leven van elke dag. De toekomst zal een keer in vervulling gaan en het leven van elke dag op aarde zal een keer ophouden. Daarom zal het roemen van de Rm 5:2-3 ook een keer ophouden.

Met het roemen van Rm 5:11 is dat anders. Daar gaat het om het roemen in God Zelf als de Bron en Oorsprong van alle zegeningen. Dan praat je niet meer over jezelf en wat jij ontvangen hebt. God Zelf, de Gever, staat in al Zijn grootheid voor je. Door de Heer Jezus Christus, door Wie jij nu de verzoening ontvangen hebt, mag je roemen in God. Dit roemen in God is iets waar je nu al een begin mee kunt maken en wat niet zal ophouden als je in de heerlijkheid van God bent aangekomen. Hij zal tot in alle eeuwigheid het Voorwerp van je bewondering en aanbidding zijn.

Lees nog eens Romeinen 5:3-11.

Verwerking: Zeg maar tegen God hoe je Hem vindt, hoe je Hem bewondert voor Zijn liefde die je elke dag ervaart en voor het geven van Zijn Zoon.

Copyright information for DutKingComments