Romans 8:17

Kinderen en erfgenamen van God

Rm 8:15. Door de Geest van God geleid worden is toch wel wat anders dan je leven in te richten volgens een of andere wet. Wanneer een wet je leefregel is, stel je je gelijk aan een slaaf. Een slaaf leeft niet vanuit een innige verbinding met zijn meester. Hij moet eenvoudig doen wat hem opgedragen wordt. De angst om iets verkeerd te doen speelt op de achtergrond steeds mee.

De geest, dat is het nieuwe leven dat je nu ontvangen hebt, heeft niets met slavernij en angst te maken. De geest die je ontvangen hebt, is een geest van zoonschap. Dat is even wat anders! Hierdoor roep je God als Vader aan. Je roept: “Abba, Vader!” Dat geeft een vertrouwelijke en vriendschappelijke omgang aan. Je kent je Vader als Iemand Die dicht bij jou is en bij Wie jij dicht gebracht bent. Hij heeft jou lief en jij vertrouwt Hem volledig. Je bent in een familierelatie met Hem gebracht. Je bent Zijn kind geworden.

Rm 8:16. De Heilige Geest, Die in je woont, getuigt met jouw geest – dat is het nieuwe leven dat je ontvangen hebt – dat je een kind van God bent. Je bent een kind van je ouders omdat je uit hen geboren bent. Dat is een voldongen, onherroepelijk feit. Daar verandert niets of niemand wat aan. Een kind van God ben je omdat je uit God geboren bent. Daar verandert niets of niemand wat aan. Daarom is het: eenmaal een kind van God, altijd een kind van God. In een kind komen de karaktertrekken van de ouders naar voren. Zo komen in een kind van God de eigenschappen van God tot uiting. In Filippenzen 2 lees je daar wat over (Fp 2:14-16). Daar gaat het meer over je verantwoordelijkheid. Hier, in Romeinen 8, gaat het meer over je voorrechten. Dit hoofdstuk is er vol van. En het wordt steeds mooier en rijker.

Rm 8:17. Als je een kind bent, dan ben je ook een erfgenaam. Een erfgenaam is iemand die een bepaalde bezitting van een ander krijgt. God is Eigenaar van de schepping. Hij zal Zijn bezittingen aan jou geven, wanneer je met Christus verheerlijkt zult zijn. Christus is namelijk dé Erfgenaam. Jij bent mede-erfgenaam met Hem. Wat je ontvangt, ontvang je altijd in verbinding met Hem. Tenminste, als je ook met Hem lijdt. Als je met Hem lijdt, is dat het bewijs dat je het nieuwe leven bezit. Want het gaat hier om een lijden dat ook de Heer Jezus gekend heeft toen Hij op aarde was. Hij heeft geleden in deze schepping, waar Hij zag hoe de zonde zijn verwoestende werk had gedaan en deed.

Rm 8:18. Op dezelfde manier zul jij ook lijden als je om je heen de gevolgen van de zonde ziet. Wat een misbruik maakt de mens van al het door God geschapene! Hij gebruikt alles tot zijn eigen grootmaking en bevrediging. Jij verlangt toch zeker ook naar het moment dat de erfenis, de schepping, weer in handen van de rechtmatige Eigenaar zal zijn? Paulus in elk geval wel. Hij ziet uit naar die toekomstige heerlijkheid die hij te zien zal krijgen. Het lijden dat hij nu te verdragen heeft, zinkt daarbij in het niet. Dat is voor jou een bemoediging. Hoe meer die heerlijke toekomst een realiteit voor je is, des te meer zul je in staat zijn de nare dingen, die je als gelovige meemaakt, te verdragen.

Rm 8:19-20. Weet je wat “de openbaring van de zonen van God” betekent? Dat betekent dat er een moment komt dat alle zonen van God, dat zijn alle gelovigen, in deze schepping zullen verschijnen om samen met de Heer Jezus over de schepping te regeren. Door het wanbeleid dat de mens nu voert, levert de schepping bij lange na niet de opbrengst op die God erin gelegd heeft. Ondanks alle pogingen die de mens in het werk stelt om tot een eerlijke verdeling van de rijkdommen van de schepping te komen, wordt de chaos steeds maar groter. De mens vertrouwt op zijn eigen kunnen, maar vergeet dat hij een in de zonde gevallen mens is. In zijn val heeft hij de schepping meegesleept. De schepping is niet vrijwillig aan de vruchteloosheid onderworpen, maar door de bewuste zonde van de mens.

Rm 8:21. Toch is er hoop voor de schepping. Ze zal vrijgemaakt worden. De vloek rust nu als een slavenjuk op de schepping. Dat is te zien aan “de vergankelijkheid” die aan alles kleeft. De ‘vergankelijkheid’ van de schepping betekent dat de schepping naar beneden gehaald is naar een lagere toestand. Ze heeft niet meer die heerlijke toestand van het paradijs. Dat naar beneden halen komt door het verderf dat samen met de zonde in de schepping ingang kreeg. Maar het ogenblik dat de kinderen van God in de heerlijkheid zullen zijn, is dichtbij. Als de Heer Jezus hen heeft opgehaald, zullen ze echt vrij zijn en onaantastbaar voor het verderf in de schepping. En spoedig daarna zal de schepping worden vrijgemaakt. Zie je er ook naar uit?

Lees nog eens Romeinen 8:15-21.

Verwerking: Kun jij nazeggen wat Paulus in Rm 8:18 zegt?

Copyright information for DutKingComments