Romans 8:3-8

Wandelen naar de Geest

Rm 8:1. Na de worsteling om uit het moeras van Romeinen 7 te komen heb je nu vaste grond onder je voeten gekregen. Je vastheid ligt in Christus. En “voor hen die in Christus zijn”, is er “geen veroordeling”. Is dat even een opluchting! Zo ziet God je en daarom mag jij jezelf ook zo zien. Elke angst voor het oordeel is weg, want Christus heeft het oordeel gedragen en is uit de dood opgestaan.

Rm 8:2. Als je in je geloofsbeleving zover gekomen bent dat je niet meer op jezelf gericht bent, maar op de Heer Jezus, zul je gaan ontdekken dat de Heilige Geest in je aan het werk kan gaan. De Heilige Geest wordt hier “de Geest van het leven” genoemd. De Heilige Geest bewerkt niet de dood, maar het leven. Zo was Hij werkzaam in het leven van Christus Jezus. Overal waar de Heer Jezus kwam, bracht Hij leven. Toen de Heer Jezus Zelf gestorven was, stond Hij op uit de dood in de kracht van de Geest van het leven. Op precies dezelfde manier ben jij door deze Geest van het leven verlost uit de macht van de zonde en de dood.

Rm 8:3. Je weet nog wel dat de wet het leven belooft aan iedereen die de wet houdt. Maar niemand kan de wet houden. Niet omdat de wet niet goed is, maar omdat er geen kracht in het vlees is om die te houden. Ik heb wel eens de volgende vergelijking gelezen die dit duidelijk kan maken. Stel je eens een kundige houtsnijwerker voor, die uit een stuk hout de schitterendste figuren kan maken. Hij beschikt ook over het beste gereedschap. Geef die man nu eens een stuk vermolmd hout. Daar kan hij niets mee beginnen. Aan hem ligt het niet, hij is kundig genoeg. Het ligt ook niet aan zijn gereedschap, dat is van de beste soort. Waar ligt het dan aan? Inderdaad, aan dat stuk hout.

Nou, zo is het ook met de wet en ons. Aan God ligt het niet, Hij is volmaakt ‘kundig’. Het ligt ook niet aan de wet, die is ‘heilig, rechtvaardig en goed’, zoals we zagen in het vorige hoofdstuk. Het ligt aan ons dat de wet niet tot zijn recht komt. Het is door ons vlees dat de wet krachteloos is. Het geweldige is nu dat God ons niet heeft laten voortmodderen. Toen het duidelijk was geworden dat het voor de wet onmogelijk was iemand, wie dan ook, vrij te maken van de zonde en de dood, ging God aan het werk. Hij zond Zijn eigen Zoon als Mens in deze wereld. Op het kruis van Golgotha heeft God in Zijn Zoon de zonde veroordeeld.

Je moet wel goed in de gaten houden dat wat hier in Rm 8:3 staat over “gelijk aan [het] vlees van [de] zonde”, wil zeggen dat de Heer Jezus Mens is geworden. Het gaat in dit vers niet over het zondige vlees, maar over het vlees van ons lichaam. Hij is aan ons mensen gelijk geworden, maar let op: met uitzondering van de zonde (Hb 4:15). Hij heeft niet deelgenomen aan het zondige vlees dat wij als mensen van nature vanaf onze geboorte bezitten omdat wij uit zondige ouders geboren zijn. Het ‘gelijk worden’ aan ons ziet op Zijn uiterlijke verschijning, waarbij Hij in niets van ons te onderscheiden was. Alleen toen de Heer Jezus aan het kruis hing en dan ook nog alleen tijdens de laatste drie uren, heeft God de zonde in het vlees geoordeeld. Hij heeft er volkomen mee afgerekend en dat door en door slechte voor eeuwig weggedaan.

Rm 8:4. De nieuwe krachtbron die vanaf nu in je leven wil werken, is de Heilige Geest. Als je je door Hem laat leiden, zul je ook de rechtvaardige eis van de wet vervullen. Nu zul je misschien denken: ‘Ben ik dan toch nog aan de wet onderworpen?’ Nee, zeker niet. Maar denk je dat de Heilige Geest je iets zal laten doen wat tegen de wet ingaat? Natuurlijk niet. Daarom, als jij je door de Geest laat leiden, zul je, om zo te zeggen, automatisch doen wat de wet zegt. Dat betekent niet dat het vervullen van de wet het doel is van het wandelen naar de Geest. Wandelen naar de Geest wil veel meer zeggen. Het wil zeggen dat je de Geest de ruimte geeft in je leven en dat Hij je denken vult.

Rm 8:5-6. Waar jij je door laat leiden, komt tot uiting in je manier van denken. Waar richt jij je gedachten op? Waar verlang je naar? Je bent bekeerd. Je hebt nieuw leven. Je hebt de Heilige Geest ontvangen. Ondanks de strijd die je nog wel eens zult hebben, richt je je nu toch op totaal andere dingen dan vóór je bekering. Toen bedacht je vleselijke dingen, je leven was op jezelf gericht. Wat was het resultaat daarvan? Niets anders dan de dood.

Nu bedenk je geestelijke dingen, je leven is op God gericht. Wat is daar het resultaat van? Leven en vrede! Het echte, het ware leven heb je innerlijk ontvangen en komt naar buiten en wordt zichtbaar in je manier van leven. Je bekijkt de dingen om je heen anders dan je altijd gedaan hebt. Het leven heeft nu pas inhoud gekregen. Je kent God en je kent Christus. Er is ook vrede in je hart omdat alles met God in orde is. Lees de eerste verzen van Romeinen 5 nog maar eens (Rm 5:1-2). Die vrede zul je steeds dieper beleven als je je in alle dingen van je leven overgeeft aan God, dat wil zeggen dat je op Hem gericht blijft.

Rm 8:7. Met het vlees is dat totaal anders. In het vlees is geen enkel verlangen aanwezig naar leven en vrede. Integendeel, wat het ook maar kan bedenken, het is altijd vijandschap tegen God. Het vlees is onverbeterlijk slecht. Het wil en kan zich niet aan Gods wet onderwerpen.

Houd steeds goed in de gaten wat hier allemaal als kenmerkend voor het vlees wordt opgesomd en wat kenmerkend is voor de Geest. Dan zul je al gauw herkennen of een bepaald verlangen uit het vlees voortkomt of uit het nieuwe leven.

Lees nog eens Romeinen 8:1-7.

Verwerking: Wat is het verschil tussen wandelen naar het vlees en wandelen naar de Geest?

Als de Geest in je woont

Rm 8:8. Het is voor iemand die in het vlees is, niet mogelijk om iets te doen waarin God vreugde vindt. “In [het] vlees zijn” betekent gericht zijn op jezelf, je eigen bekwaamheden, je eigen inspanningen, je eigen plannen en voornemens. Zelfs als iemand ‘in het vlees’ zou proberen God een plezier te doen door de wet te houden, is dat voor God onaanvaardbaar. Het uitgangspunt is verkeerd. God heeft met het vlees, de door de zonde verdorven natuur van de mens, voorgoed afgerekend. Hoe zou Hij daar dan nog iets van kunnen aannemen? Er is echt een definitieve scheiding tussen God en het zondige vlees.

Rm 8:9. Wie echter Gods Geest heeft ontvangen, is niet meer in het vlees, maar in de Geest. De klemtoon ligt op God. Het is de Geest van God Die nu in je woont. De Geest van God maakt niet jou belangrijk, maar Christus. Door de Geest van God ben je met Christus verbonden, hoor je bij Hem. Wie de Geest van Christus niet heeft, hoort niet bij Hem.

Waarom wordt hier nu ineens gesproken over de Geest van Christus? Ik denk om je te laten zien dat de Geest Die jij ontvangen hebt, dezelfde Geest is Die ook Christus in Zijn leven hier op aarde leidde. Als je de evangeliën leest, zie je dat voortdurend. Je moet bijvoorbeeld eens kijken naar de verzoeking in de woestijn in Lukas 4 (Lk 4:1). Je leest daar hoe Hij, vol van de Heilige Geest, terugkeerde van de Jordaan om naar de woestijn te gaan. En ook toen Hij in de woestijn was, liet Hij Zich door de Geest leiden. Daardoor bleef Hij staande in de verzoeking. Hij bleef op God gericht.

Rm 8:10. Dat wil de Geest ook bij jou doen. De Geest van God woont in jou omdat Christus in jou is. De Geest van God kan Zich alleen verbinden met wat van Christus is. Dat houdt in dat het lichaam, zoals het door de zonde gebruikt werd voor verkeerde praktijken, dood is. Anders kon Gods Geest niet in je komen wonen. Maar nu Christus in jou is, is het volkomen op zijn plaats dat de Geest in je woont om in het leven dat jij nu leeft de heerschappij te hebben, precies zoals dat bij Christus het geval was.

Rm 8:11. Er is nog iets belangrijks verbonden aan de inwoning van Gods Geest in jou. Dat heeft te maken met de opstanding van je sterfelijk lichaam. Je lichaam is nog onderworpen aan de gevolgen van de zonde. Het lichaam kan ziek zijn en ook sterven. Maar kijk eens naar wat God gedaan heeft met de Heer Jezus. God heeft Hem uit de doden opgewekt. Hoe moet dat nu met jou? Je lichaam is nog sterfelijk. Hoe valt dat te rijmen met de Geest van God Die in jou woont en Die alles te maken heeft met het leven? Het antwoord is dat God daarom ook jouw sterfelijk lichaam levend zal maken, net zoals Hij bij de Heer Jezus gedaan heeft, juist omdat Zijn Geest in jou woont. Uit andere teksten, bijvoorbeeld uit Filippenzen 3, kun je weten dat dit zal gebeuren bij de komst van de Heer Jezus om de Zijnen tot Zich te nemen (Fp 3:20-21).

Rm 8:12. Dit alles legt je een zekere verplichting op. Je bent een schuldenaar geworden om te leven in overeenstemming met de plaats die God je heeft gegeven. Hij heeft je ook voorzien van wat daarvoor nodig is: het nieuwe leven en de Heilige Geest. Aan het vlees heb je geen enkele verplichting meer. Het heeft geen recht meer op je, want wat je vroegere leven betreft, ben je gestorven.

Rm 8:13. Je hebt nog wel het vlees in je, maar dat moet je geen kans geven om zich te laten gelden. Als je toch naar het vlees leeft, zul je sterven, dat kan niet anders. Gods oordeel over het vlees verandert nooit. Maar je hebt nu de mogelijkheid om het vlees elke kans te ontnemen om in je leven weer heerschappij te krijgen. Door de kracht die de Geest je geeft, zul je de aansporingen van de zonde in je lichaam om je tot verkeerde dingen te brengen, het zwijgen kunnen opleggen.

Rm 8:14. Dan zul je het leven met God beleven zoals God het bedoeld heeft. Ieder mens die door de Geest van God geleid wordt, lijkt op de Zoon van God met een hoofdletter, de Heer Jezus. Zonen van God zijn mensen in wie God Zijn Zoon, dé Zoon, herkent. De Zoon deed alles volmaakt tot heerlijkheid van God. In Hem vond God Zijn vreugde, Zijn welbehagen. Als jij je door de Geest laat leiden, zal God ook aan jou vreugde beleven.

Lees nog eens Romeinen 8:8-14.

Verwerking: Hoe kun je de werkingen van het lichaam doden?

Copyright information for DutKingComments