‏ Ruth 2:12

Boaz vertelt wat hij van Ruth weet

In zijn antwoord gaat Boaz niet op de genade in waarvan zij zo onder de indruk is gekomen. Hij spreekt alleen over wat zij heeft gedaan. Hij prijst haar toewijding. Uit het antwoord van Boaz blijkt dat zij geen vreemdeling voor hem is. Eerst vermeldt hij wat zij voor haar schoonmoeder heeft gedaan na de dood van haar man. De dood van haar man is voor Ruth niet de aanleiding geweest om in Moab een nieuwe echtgenoot te zoeken. In plaats daarvan heeft zij zich erop toegelegd er voor Naomi te zijn.

Ze is zich steeds meer aan Naomi gaan hechten. Dat zal ongetwijfeld zijn vanwege het geloof van Naomi dat ze, ondanks de zwakheid waarmee dat geloof in haar zichtbaar is geweest, toch bij haar heeft opgemerkt. Dat heeft in Ruth het verlangen naar de God van Naomi wakker gemaakt. Dit verlangen kan slechts op één manier gestild worden en dat is door haar lot aan dat van Naomi te verbinden.

Ruth was geen rusteloze plezierzoekster die van het ene feest naar het andere leefde. Ze zocht rust voor haar hart en ze voelde dat Naomi op de een of andere manier haar daarin kon helpen. Daarom verbond ze haar lot aan dat van Naomi en was ze met haar schoonmoeder meegegaan. Dat betekende dat zij haar ouderlijk huis, waarnaar ze na de dood van haar man terug had kunnen keren en waarheen ook Naomi haar had verwezen (Ru 1:8), de rug toekeerde. Ze heeft de natuurlijke banden doorgesneden om die nooit weer te herstellen. In haar zien we de praktijk van de woorden van de Heer Jezus: “Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard” (Mt 10:37a).

Daarna spreekt Boaz erover wat ze heeft verlaten en waar ze naartoe is gegaan. Zo spreekt de Heer Jezus over iedere gelovige die onder de indruk van de genade is gekomen. Ook Abraham heeft eens het land verlaten en is, in geloof in wat God heeft gezegd, gegaan naar het land dat God hem zou wijzen. Ruth is een tweede Abraham, zij heeft hetzelfde gedaan. Bij haar is dat niet gebeurd vanwege geloof in een uitspraak van God, maar vanwege wat ze van Naomi over Hem heeft gehoord en in haar van Hem heeft gezien.

Boaz spreekt over vergelding en een “volkomen” beloning door de HEERE voor wat Ruth heeft gedaan. Hij vertelt haar waar haar geloof haar heeft gebracht en wat zij allemaal nog zal krijgen. Ze is komen schuilen onder de “vleugels” van de HEERE, de God van Israël. Wie dat doet, vindt niet alleen bescherming, maar nog zo heel veel meer. God beloont dit vertrouwen in Hem met rijke zegeningen.

Petrus vraagt aan de Heer Jezus wat voor hem en zijn medediscipelen zal zijn omdat zij alles hebben verlaten. De Heer spreekt in Zijn antwoord over een honderdvoudige zegen en het beërven van eeuwig leven: “Toen antwoordde Petrus en zei tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd; wat zal dan voor ons zijn? Jezus nu zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal zitten op [de] troon van Zijn heerlijkheid, u ook op twaalf tronen zult zitten om de twaalf stammen van Israël te oordelen. En ieder die heeft verlaten huizen, broers, zusters, vader, moeder, kinderen of akkers ter wille van Mijn Naam, zal honderdvoudig ontvangen en eeuwig leven beërven” (Mt 19:27-29). De genade van God is zo groot, dat Hij een rijke beloning geeft aan hen die alles ter wille van Hem prijsgeven.

Copyright information for DutKingComments