Ruth 2:3

Ruth komt op het veld van Boaz

Ruth heeft geen enkele voorkeur voor het veld waar ze aren kan gaan rapen. Ze zou niet weten op welk veld ze welkom is, of op welk veld de meeste aren liggen. Wat haar betreft, is elk veld goed. Daarom zal ze het eerste het beste veld op zijn gegaan. Dit is ‘toevallig’ het veld van Boaz. Dat is dan van haar kant bezien. Voor ons, die deze geschiedenis kennen, is het duidelijk dat God dit zo heeft bestuurd. Ook de ‘toevallige’ ontmoetingen die wij kunnen hebben, ontmoetingen die ons ‘overkomen’, zijn door God bestuurde gebeurtenissen, waardoor Hij bepaalde voornemens uitwerkt.

Dit zou haar niet overkomen zijn als zij nog onder de afgoden van Moab was. De afgoden van Moab zouden haar niet daarheen hebben gestuurd. Ze is niet op zoek naar de losser, ze kent hem helemaal niet. Maar de God van Israël, aan Wie ze zich heeft toevertrouwd, is bezig haar in verbinding met Boaz te brengen, zonder dat zij het weet. God leidt blinden op een weg die zij niet kennen (Js 42:16a). Zo maakt Hij Ruth tot een van de gevallen waarin Hij een vrouw tot een man brengt. Hij heeft ook Eva tot Adam gebracht.

Ze komt “achter de maaiers” om daar aren te rapen. De maaiers doen een belangrijk werk. Als er geen maaiers waren, viel er niets op te rapen. Het veld zou vol koren kunnen zijn, maar de arme Ruth zou er niets van kunnen nemen. Maaiers stellen ons het opgegroeide koren ter beschikking. Maaiers zijn de mensen die het koren maaien en in schoven samenbinden. Wat zij laten vallen, is voedsel voor de armen. In geestelijk opzicht is het ook zo. Wat zouden wij van de zegeningen weten, als de Heer niet gaven had gegeven (Ef 4:7; 11) die de zegeningen kennen en daarvan uitdelen aan hen die tot geloof gekomen zijn?

Copyright information for DutKingComments