Ruth 3:17

Ruth komt terug bij Naomi

Als Ruth is opgestaan, gaat ze direct naar haar schoonmoeder. Die vraagt haar: “Wie ben je?” Die vraag heeft Boaz haar ook gesteld toen ze ’s nachts bij hem kwam en hij haar ontdekte (Ru 3:9). We hebben al gezien dat dit niet hoeft te betekenen dat hij haar niet kende. Het was de vraag naar een persoonlijk getuigenis. Op zijn vraag heeft Ruth geantwoord wie ze is en wat ze voor hem wil zijn (zijn dienares) en wat hij voor haar is (de losser). Als Naomi vraagt wie ze is, is het met zekerheid zo dat die vraag niet betekent dat Naomi niet meer weet wie Ruth is. Met haar vraag bedoelt Naomi hoe Ruth komt, in welke hoedanigheid: ‘Ben je een verstotene of ben je de toekomstige vrouw van Boaz?’ Het houdt de vraag in of ze de rust gevonden heeft die Naomi voor haar zoekt (Ru 3:1).

Die vraag kan in praktisch opzicht ook aan ons, gelovigen, worden gesteld. Hebben wij rust in de Heer gevonden als we ergens zijn geweest? Waarom ga ik ergens heen? Hoe ben ik ergens? Hoe sta ik tegenover God?

Het antwoord van Ruth is, net als haar antwoord aan Boaz, een getuigenis. Dit keer getuigt ze niet van zichzelf, wie zij is. Nu getuigt ze van Boaz. Ze vertelt Naomi alles wat hij “voor haar gedaan had” en dat, terwijl alles nog moet gebeuren. Het lijkt erop dat ze in geloof het hele resultaat van het werk ziet dat Boaz voor haar zal doen.

Als ze is uitverteld, laat ze zien wat Boaz haar heeft meegegeven en wat hij daarbij heeft gezegd. Dat heeft Naomi zeer bemoedigd, want ze begrijpt de boodschap van hoop die in het teken en de woorden opgesloten zit. In geloof kent ze aan dit geschenk de juiste waarde toe en trekt de juiste conclusie. Ze zegt tegen Ruth dat ze nu rustig kan afwachten, wachten op hem.

Het advies van Naomi sluit aan op wat Boaz heeft gezegd aan het eind van Ru 3:13. We kunnen daarin het advies zien dat wordt gegeven aan iemand die op weg is naar de volle zekerheid van het geloof. Volle zekerheid van het geloof is niet door eigen inspanning te krijgen, maar door eenvoudig vertrouwen op de Heer en Zijn Woord. Het gaat erom stil te zijn en de behoudenis van de HEERE te zien (Ex 14:13). Daarin wordt kracht gevonden.

Dat Ruth rust mag hebben, is omdat Boaz, zoals Naomi zegt, geen rust neemt voordat hij de zaak tot een goed einde heeft gebracht. Zo rust ook de Heer Jezus niet, tot wij rust hebben in de tegenwoordigheid van God. Hij zal het voor ons voltooien (Ps 138:8). We mogen leven in het vertrouwen, dat Hij Zijn werk afmaakt (Fp 1:6). Dat is van toepassing op onze bekering, maar ook op de praktijk van ons geloofsleven, waarin veel kan gebeuren wat ons onrustig kan maken. De Heer is zo met ons bezig, omdat Hij ons liefheeft.

Het gaat ook om de rust in het resultaat van Zijn werk, voor wie Hij het heeft gedaan: Zijn gemeente. Als Hij haar bij Zich heeft, zal Hij rusten in Zijn liefde. Nu is Hij nog steeds bezig om de gemeente, om ons, te heiligen en te reinigen. Daarom heeft Hij Zichzelf overgegeven aan het kruis en geeft Hij Zichzelf in de hemel nog steeds voor haar over, dat wil zeggen dat Hij Zich voortdurend voor haar inzet (Ef 5:25-26). Zolang wij nog hier zijn, geeft Hij Zichzelf geen rust. Hij maakt Zijn werk af en wel binnenkort.

Copyright information for DutKingComments