Ruth 4:11

Zegenwensen voor het huis van Boaz

De inwoners van Bethlehem verklaren hun instemming met het toetreden van Ruth in haar positie van voorrecht als verbonden met Boaz, de man van Bethlehem. Zij zijn getuigen. Een huwelijk, en de voorbereiding daarop, is een zaak waarbij getuigen zijn – zoals ouders, vrienden, de buurt –, die zich verheugen over wat zij zien en daarmee instemmen. Ze zien dat er een nieuw begin is. Daarover verheugen zij zich zozeer, dat ze een vergelijking maken met Rachel en Lea die het begin van het huis van Israël vormen. Rachel wordt als eerste genoemd, de geliefde vrouw van Jakob, maar zij hebben samen het huis van Jakob gebouwd. Zo belangrijk zijn nakomelingen.

Behalve de zegenwens met het oog op nakomelingen noemen het volk en de oudsten ook plaatsen in hun zegenwens. Met deze plaatsen verbinden zij krachtige daden en een roemrijke naam. Efratha betekent ‘de vruchtbare’ en Bethlehem betekent ‘broodhuis’. Het volk wenst Boaz een krachtig optreden dat vrucht zal dragen, dat is een optreden in de kracht van de Heilige Geest. Het volk wenst hem ook dat hij zich een naam maakt in Bethlehem, dat is de naam van David en daarbovenuit de grote David, de Heer Jezus, waardoor er voedsel zal zijn voor het hele volk van God. Vrucht is vooral voor God en voedsel vooral voor Gods volk. De Heer Jezus voorziet zowel in de verlangens van God als in de behoeften van Zijn volk.

Na de vergelijking met Rachel en Lea trekt het volk nog de vergelijking met het huis van Perez. Perez is geboren uit een overspelige verbinding tussen Juda en Tamar (Gn 38:13-30). Het volk kent de geschiedenis en ziet de overeenkomst tussen Tamar en Ruth. De herinnering aan Tamar leeft op door de geschiedenis van Ruth. Ook bij Tamar ging het om het zogenoemde zwagerhuwelijk. Omdat Juda daarmee geen rekening hield, kwam Tamar tot een handelen dat niet is goed te keuren. Tamar heeft haar eer prijsgegeven vanwege de ontrouw van Juda die naliet zijn zoon Sela als losser aan haar te geven. Ze heeft toen door list Juda verleid om bij haar een nakomeling te verwekken. Boaz gaat op heel andere wijze te werk. Hij gebruikt geen list en bedrog, maar handelt volledig openbaar.

De gelijkenis tussen Tamar en Ruth ligt op het terrein van de genade. Het nageslacht dat Boaz toegewenst wordt, wordt hem van de HEERE toegewenst en dat uit iemand die tot een vervloekt volk behoorde. Gods genade triomfeert over een zondige daad (Tamar) en een vervloekt volk (Ruth).

Copyright information for DutKingComments