Song of Solomon 1:3

Een uitgegoten zalfolie

De bruid spreekt vervolgens over de zalfoliën waarmee de bruidegom gezalfd was. Ze heeft die geroken. De geur ervan vindt ze heerlijk; die hangt als het ware nog in haar neus. Zijn liefde, die beter is dan wijn, wordt omgeven door de geur van een mengsel van zalfoliën. Wijn als beeld van aardse vreugde, wordt vervangen door de geur van olie. De zalfolie spreekt van de Heilige Geest (1Jh 2:20; 27).

Het werk van de Heilige Geest is op volmaakte wijze zichtbaar geworden in de Heer Jezus, van Wie we lezen dat “God Hem heeft gezalfd met de Heilige Geest en met kracht. Hij is het land doorgegaan, terwijl Hij goeddeed en allen gezond maakte die door de duivel waren overweldigd, want God was met Hem” (Hd 10:38). Hij verspreidde een heerlijke geur om Zich heen in alles wat Hij zei en deed.

De vrucht van de Geest bestaat uit negen onderdelen (Gl 5:22). Die onderdelen samen zijn als dit mengsel van zalfoliën. Als we in de evangeliën lezen hoe de Heer Jezus Zijn weg op aarde ging, zien we in Zijn hele optreden alle aspecten van de vrucht van de Geest. Elk onderdeel komt op volmaakte wijze en in volkomen harmonie met de andere onderdelen tot uiting in alles wat Hij zegt en doet. Voor ieder die Zijn liefde kent en geniet, verspreidt elk vers in de evangeliën een volle, heerlijke geur van Hem.

De Vader kent en geniet op een volmaakte manier van de samenstelling van die zalfolie, dat is de vrucht van de Geest, in het leven van Zijn Zoon. Wij kunnen slechts per onderdeel de heerlijke geur ervan ruiken of opmerken, want “wij kennen ten dele” (1Ko 13:9a), dat wil zeggen ‘stuksgewijs’, beetje bij beetje. Het is voor ons niet mogelijk de heerlijkheid van de Heer Jezus volledig, in haar diepte, te doorgronden, want er staat geschreven: “Niemand kent de Zoon dan de Vader” (Mt 11:27a).

Het geheimenis van Zijn Persoon, dat Hij volmaakt God en tevens volmaakt Mens is, blijft voor ons verborgen. We mogen ook niet proberen dat te doorgronden (vgl. Ex 30:31-33). Maar we kunnen wel onder de indruk komen van de volmaaktheid van de afzonderlijke onderdelen ervan, terwijl we Hem bewonderen om alles wat Hij van Zichzelf aan ons heeft laten zien.

De Heer Jezus is de Gezalfde. Alles wat van Hem uitstroomt, alle oliën verspreiden een aangename geur, zowel voor God als voor mensen. Mensen verspreiden die geur niet (Jr 48:11). Een enkel misplaatst woord of een ongepaste opmerking kan de sfeer direct bederven. Dat was bij de Heer Jezus nooit het geval. De zonde is een reuk tot de dood. De reuk van Christus in het evangelie leidt tot het leven of tot de dood (2Ko 2:15-16). Welke reuk gaat er van ons uit?

Vervolgens zegt de bruid: “Uw Naam is een uitgegoten [zalf]olie.” Is dat niet mooi? Als ik de naam van een dier noem, bijvoorbeeld van een leeuw, dan is dit niet zomaar een naam. Bij het noemen van die naam verschijnt het beeld van de koning van de dieren voor onze aandacht. Als we aan de naam van de Heer Jezus denken, wat voor een beeld verschijnt er dan voor onze aandacht? Zijn naam is een olie die uitgegoten wordt, waardoor het geheel zich uitbreidt en de oppervlakte met olie wordt bedekt. We kunnen ons voorstellen dat boven dit hele oppervlak een heerlijke geur hangt. Zo zal de kennis van de naam van de Heer Jezus de aarde bedekken, waarbij iedereen weer een ander aspect of andere aspecten van die naam kent, geniet en zich daarover in bewondering voor Hem uitspreekt.

Het uitgieten doet ook denken aan het geven van Zijn leven, dat Hij heeft uitgegoten in de dood. Dat maakt Zijn naam zo groot. Het noemen van de naam ‘Jezus’, de naam die Hij bij Zijn geboorte kreeg, geeft als geur dat Hij is gekomen om Zijn volk van hun zonden te behouden (Mt 1:21). Het is die Naam voor Wie elke knie zich eens zal buigen (Fp 2:10). Om ons te helpen de geur van die naam nog wat meer te genieten, giet Jesaja als een ‘oliestroom’ enkele van Zijn namen uit die een heerlijke geur geven: “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, … En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst” (Js 9:5).

Zijn naam is “Wonderlijk”. Wie kan begrijpen Wie Hij is als God en Mens in één Persoon? Vervolgens is Zijn naam “Raadsman”, want bij Hem is raad en wijsheid. Hij weet wat Hij doet, Hij weet wat er moet gebeuren. Hij kent ons leven. Als wij vragen en problemen hebben, mogen wij Hem om raad vragen en dan geeft Hij die (Ps 32:8). Zijn naam is ook “Sterke God”. Hij zegt niet alleen wat we moeten doen, Hij laat niet alleen de weg zien die we moeten gaan, maar Hij helpt ons ook om Zijn raad op te volgen. Hij overziet het geheel, want Hij is de “Eeuwige Vader”. Zijn doel is ons vrede te geven, want Hij is de “Vredevorst”.

Geven die namen – en er zijn nog zoveel meer namen in de Schrift met elk een eigen, speciale geur –, als we daarover nadenken, ook voor ons niet een aangename geur, een geur waarin we als in een reine atmosfeer willen leven? Als we in die reuk leven, zal dat in geestelijk opzicht in onze ‘kleren’, dat is in ons gedrag, gaan zitten. Alles van ons leven wordt ervan doordrongen. Dan zullen de mensen om ons heen die geur ook gaan ruiken. Om de gelovige, maar vleselijke Jakob, hing de geur van het veld. Dat kwam doordat hij de kleren van Ezau had aangetrokken (Gn 27:15-16; 27). Als wij ons zoals de wereld gedragen, hangt de geur van de wereld om ons heen. Dat moet niet zo zijn.

De naam van de bruidegom is voor de bruid een en al lieflijkheid. Maar ze heeft er tevens oog voor dat de kostbaarheid van die naam ook de liefde van anderen aantrekt. Ze spreekt over “de meisjes” die hem ook liefhebben om dezelfde reden als zij. In de profetische toepassing kunnen we hierbij denken aan de steden van Juda, die net als Jeruzalem de Messias zullen liefhebben.

De les voor ons is dat we er oog voor moeten hebben dat onze liefde tot de Heer Jezus ook door anderen wordt gedeeld. De liefde verheugt zich in het Voorwerp van de liefde en geniet ervan als meerderen ook die liefde hebben. “Meisjes” wordt ook wel vertaald met “maagden”. Daarmee worden vrouwen én mannen bedoeld die zich onbevlekt van de wereld bewaren om alleen voor de Heer Jezus te leven (Op 14:1-5; vgl. 2Ko 11:2; Jk 4:4). Ze willen dat, omdat ze Hem liefhebben.

Copyright information for DutKingComments