Song of Solomon 4:11

Lippen, tong en kleding

De bruidegom spreekt vervolgens tot haar, die hij weer aanspreekt als “bruid”, over haar lippen en wat daarvan afdruipt. Hij zegt dat haar lippen “druipen van honingzeem”. Hij merkt op wat de bruid zegt. Wat hij ziet, maakt hem duidelijk waarmee ze zich heeft beziggehouden, wat ze gegeten heeft. Honing wordt niet in een snel proces gemaakt. Voor de bereiding van honing is veel werk en veel tijd nodig.

Honingzeem vloeit niet als een waterstroom, maar druppelt traag, druppel na druppel. Honingzeem is ook de zuivere, nog onbewerkte honing. Er komt geen stortvloed van woorden over de lippen van de bruid, maar woorden die zoet en opbouwend zijn. Ze spreekt niet impulsief, maar doordacht. Als mensen spreken, kan hun spreken op een waterval van woorden lijken. Een dergelijke waterval heeft geen diepgang is, er is niet over nagedacht. Jakobus zegt niet voor niets: “Laat ieder mens echter snel zijn om te horen, traag om te spreken” (Jk 1:19).

Dit geldt ook en vooral in het huwelijk, in het gesprek tussen man en vrouw. De man is soms geneigd snel en veel te praten en vult alles al in. Hij weet precies wat zijn vrouw denkt, dat denkt hij in elk geval. Dan komt de communicatie stil te liggen. De vrouw zegt dan: Ik hoef niets meer te zeggen, want je hebt alles al ingevuld. De man kan denken dat hij de discussie heeft gewonnen, maar hij heeft zijn vrouw als gesprekspartner verloren. Juist de man moet leren luisteren en goed leren luisteren, en niet menen dat hij alles al weet en kan zeggen hoe de zaak in elkaar steekt. Goed luisteren en dan pas spreken is belangrijk.

In beeld wijst wat de bruidegom bij de bruid waarneemt op een gelovige die langdurig in gemeenschap met de Heer ijverig de Schriften onderzoekt en daaruit volhardend en geduldig voedsel verzamelt. Het Woord van God is voor hem “zoeter dan honing en honingzeem uit de raat” (Ps 19:11b) en “tot vreugde en tot blijdschap” in zijn hart (Jr 15:16). Onze taal laat horen dat wij het Woord waarderen en het in ons hart hebben opgenomen. Alles wat er over onze lippen komt en wat van de Heer Jezus spreekt, is zoet voor wie het horen; ze worden erdoor gesterkt (Sp 16:24). De Heer Jezus merkt dat op en waardeert het.

De bruidegom ziet ook wat er onder haar tong is. Onder haar tong zijn “honing en melk”. Dat betekent dat de hele zegen van het beloofde land (Ex 3:8; 17; Ex 13:5; Ex 33:3) daar ligt. Honing geeft kracht bij vermoeidheid in de dagelijkse strijd (1Sm 14:27-29). Honing is het zoete dat bijvoorbeeld van goede familieverhoudingen uitgaat. Honing mocht niet in het spijsoffer aanwezig zijn (Lv 2:11). De op zichzelf goede natuurlijke betrekkingen mogen geen beperkend effect hebben op de dienst voor God (Mk 3:32-35). Melk is wat het jonge, tere leven opbouwt.

Ze heeft er een voorraad van onder haar tong. De voorraad die ze heeft aangelegd, maakt haar geschikt om uit te delen aan hen die daaraan behoefte hebben. Ze houdt die verborgen, ze is niet iemand die alles er uitgooit, maar het pas gebruikt als het uitkomt. Het is een verborgen plaats, onder haar tong, als het ware klaar voor direct gebruik.

In de toepassing kunnen we zeggen dat de gelovige die heeft genoten van de zegeningen van het hemelse land, dat zijn voor hem de hemelse gewesten, daarmee niet te koop zal lopen. Hij zal weten wanneer en tegen wie hij daarover iets kan zeggen. Paulus wist dat hij daarover bij de gelovigen in Korinthe niets kwijt kon. Ze waren vleselijk, ze hadden niet de juiste gezindheid om daarover iets te horen. Bij de gelovigen in Efeze lag dat anders. Bij hen kon hij daarover veel kwijt.

De bruidegom spreekt ook over de geur van de kleding van de bruid. Kleding spreekt van wat de mensen van ons zien, van ons gedrag. Als wij ons met Gods Woord bezighouden, zal dat effect hebben op onze levensinstelling. We zullen voor anderen in onze omgeving in de omgang met hen een aangename geur zijn. Als Gods Woord ons dagelijks voedsel is, zal dat in onze manier van leven zichtbaar worden.

Geur is, zoals eerder al is aangegeven, niet zichtbaar, maar wordt ervaren. De bruid heeft de geur van de Libanon, van de hoogte. De bruidegom merkt bij haar dat ze in haar handelingen en gedrag de hemel vertoont. Zo zal aan ons de sfeer van de hemel worden opgemerkt.

Juist de brief aan de Efeziërs die de zegen van het hemelse land voor ons uitstalt, bevat belangrijke aanwijzingen voor ons leven. In Efeziërs 1-3 worden de zegeningen voorgesteld en in Efeziërs 4-6 wordt verteld hoe we in overeenstemming daarmee behoren te leven. Mannen en vrouwen in het huwelijk worden aangesproken, evenals ouders en kinderen, en werkgevers en werknemers. Het is een vreugde voor de Heer Jezus als er in onze dagelijkse manier van leven in de verschillende betrekkingen waarin wij staan de geur van de hemel, dat is de geur van Hemzelf, aanwezig is.

Wat de bruidegom zegt, heeft ook een profetische betekenis. Zoals we eerder hebben gezien, is de verhouding van de bruidegom en de bruid in Hooglied in de eerste plaats een beeld van de verhouding tussen de Messias Jezus en het gelovig overblijfsel ofwel Jeruzalem in de eindtijd. Hier zien we dat het overblijfsel “de geur van Libanon” zal hebben als het tot God is teruggekeerd en in zijn relatie met de Messias is hersteld.

Het overblijfsel zal bekleed worden met “de klederen van het heil” en God zal hen “de mantel van gerechtigheid” omdoen (Js 61:10). Van die kleding zal een heerlijke geur komen die ook op de Libanon hangt. De Libanon is een beeld van stabiliteit. Wat het overblijfsel kenmerkt, zal het gedurende het hele vrederijk, duizend jaar lang, kenmerken. De garantie daarvan is dat het de kenmerken van God Zelf zijn. Hij heeft haar die kleding met die geur gegeven.

Copyright information for DutKingComments