Song of Solomon 7:2

Navel, buik en borsten

Het volgende lichaamsdeel is de “navel” (Hl 7:2). De navel heeft met leven te maken, met het ontstaan ervan. Het ongeboren kind krijgt in de moederschoot voedsel door de navelstreng. Als een kind geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt of afgesneden (vgl. Ez 16:4). De navel is een blijvende herinnering aan de oorspronkelijke verbinding met de moeder.

De bruid is een zelfstandige vrouw. Ze is een nieuwe persoonlijkheid. In profetisch opzicht zien we hier het gelovig overblijfsel van Israël ofwel Jeruzalem, dat door een wonder van God tot nieuw leven is gekomen. Dit overblijfsel is zelf ook “in het midden van het land” of ‘de navel van de aarde’ (Ez 38:12). Alles wat God aan het oude Israël heeft beloofd, maar dat het volk door ontrouw heeft verspeeld, geeft Hij aan het nieuwe Israël. Van daaruit zal er zegen en leven voor de hele aarde komen. We zien dat in de tempelbeek die in het vrederijk uit de tempel stroomt en zegen verspreidt (Ez 47:1-12).

De navel wordt hier vergeleken met “een ronde schaal waarin geen gemengde wijn ontbreekt”. Een schaal kunnen we zien als beeld van een persoon. Een ronde schaal heeft geen begin en geen einde, hij is eindeloos. Er zijn geen hoeken of punten. Dit is een beeld van het nieuwe, eeuwige leven dat we hebben gekregen. Dat heeft ook geen begin en geen einde. Aan het ontstaan daarvan hebben we zelf niets bijgedragen.

Met dit leven is een eindeloze, onophoudelijke vreugde verbonden. Daarvan spreekt de gemengde wijn. Het is een vreugde die zich op diverse manieren uit. We kunnen dit toepassen op allerlei relaties die we hebben. Zo kunnen we voor onze vrouw en kinderen in onze omgang met hen een vreugde zijn. Dit geldt ook voor onze buren en collega’s. We geven vreugde door als we het nieuwe, eeuwige leven dat we bezitten openbaren.

De “buik” is nauw aan de navel verbonden. Het is de plaats waar nieuw leven wordt gevormd en waaruit nieuw leven voortkomt (Jb 1:21; Jb 3:10-11; Jb 31:15; Pr 5:14; Pr 11:5). De buik spreekt ook van het innerlijk, van gevoelens en van het opnemen van voedsel (Hk 3:16; Rm 16:18; Jr 51:34; Ez 3:3; 1Ko 6:13; Fp 3:19; Op 10:9-10). Haar buik wordt vergeleken met “een hoop tarwe, omgeven door lelies”. De tarwe herinnert aan de Heer Jezus. Hij vergelijkt Zich met een tarwekorrel die in de aarde is gevallen en is gestorven en daardoor veel vrucht heeft gedragen (Jh 12:24). Uit Zijn dood en opstanding is er “een hoop tarwe” voortgekomen.

Dit geldt hier voor Israël in de toekomst als allen die verstrooid zijn in Israël bijeen verzameld zijn als ‘een hoop tarwe’ (Mt 13:24-30; Mt 24:31). Heel Israël is dan behouden (Rm 11:26). Dat is de vrucht van het werk van Christus. Het overblijfsel heeft de kenmerken van Hem uit Wie zij het leven hebben ontvangen, zoals elke korrel in de hoop tarwe dezelfde kenmerken heeft als die ene tarwekorrel waaruit zij zijn voortgekomen.

Deze hoop tarwe, deze grote oogst, wordt “omgeven door lelies”. De lelies zijn een beeld van het overblijfsel dat de verdrukking in het land heeft meegemaakt. Deze beelden verhogen de glorie van de ‘vorstendochter’, maar bovenal van de Kunstenaar die haar zo heeft gevormd.

De beschrijving van de borsten (Hl 7:3) sluit naadloos aan op de beschrijving van de navel en de buik. De borsten geven volwassenheid, volgroeidheid aan. Ze wijzen ook op het vermogen om het voedsel dat zijzelf eerst tot zich heeft genomen door te geven aan het pasgeboren kind. We hebben deze beschrijving ook gezien in Hooglied 4, die daar door de bruidegom wordt gegeven (Hl 4:5).

Wat daar is opgemerkt, geldt hier ook. Borsten zijn een beeld van geestelijke rijpheid en het vermogen om voedsel aan kleine kinderen door te geven. De “twee kalfjes” lijken daarop te zinspelen. Kalfjes drinken van de melk van hun moeder. De melk die door de borsten wordt doorgegeven, spreekt van het Woord van God waardoor gelovigen geestelijk groeien (1Pt 2:2).

Er is ook evenwicht in het publieke optreden van de bruid. Dat komt tot uiting in het beeld van “de tweeling van een gazelle”. Het oorspronkelijke woord houdt ‘twee jonge herten geboren uit dezelfde moeder’ in. Ze zijn identiek in omvang, de een is niet groter dan de ander. Haar leven is in balans. Leer en leven zijn in evenwicht. Ze vervalt niet in uitersten. Dit is ook voor ons belangrijk. We moeten deze twee kanten van het geloofsleven niet tegenover elkaar stellen, maar naast elkaar tot ontwikkeling laten komen. Als dat zo is, zullen we met de sierlijkheid van een gazelle onze weg gaan.

Profetisch zien we in het optreden van de bruid als vorstendochter het optreden van het nieuwe Israël in het vrederijk. Israël zal voor alle volken van de aarde op lieflijke, elegante wijze, als een gazelle, tot zegen zijn tijdens het vrederijk. De volken zullen door haar worden voorzien van wat ze nodig hebben.

Copyright information for DutKingComments