Zechariah 11:4

De slachtschapen

Na het oordeel in de Zc 11:1-3 komt in de volgende verzen de reden voor dit oordeel. Die reden is dat zij hun Messias hebben verworpen. Zacharia spreekt over “de HEERE, mijn God” (Zc 11:4), iets wat toch vooral past voor de Messias. Dit maakt Zacharia tot type van de Messias. De profeet krijgt een opdracht van God als een type van de Messias. De Heer Jezus krijgt de opdracht van Zijn Vader om de schapen te weiden (Jh 10:1-4; 7; 9; 11; 14-18).

De schapen worden “slachtschapen” genoemd omdat ze daartoe door de Romeinen bestemd zijn (vgl. Ps 44:23). Dit is ook van toepassing op ons (Rm 8:36).

In Zc 11:5 wordt het volk nog als geheel gezien, het volk waar de Heer Jezus naar toe komt en dat Hij ziet als schapen die geen herder hebben (Mt 9:36). Er bevinden zich in het volk drie groepen: “kopers”, “verkopers” en “herders”.

1. De kopers zijn de nieuwe bezitters van Israël, de Romeinen, die zonder enig schuldgevoel de schapen hebben geslacht. Dat is vooral door de Romeinse veldheer Titus gebeurd tijdens en na de verwoesting van Jeruzalem. Flavius Josephus spreekt van 1,5 miljoen slachtoffers die in de strijd met de Romeinen omkwamen.

2. De verkopers leverden het volk uit aan de Romeinen. Dat is vooral Herodes. Valse leidslieden maken koopwaar van Gods volk, van de zielen van mensen. Ook de farizeeën en schriftgeleerden vallen onder de verkopers, ook zij spaarden het volk niet. Zij aten de huizen van de weduwen op en verrijkten zichzelf met de gaven van Gods volk.

3. De herders zijn de leidslieden van het volk. Zij hebben Gods volk uitgebuit.

Het volk is er slecht aan toe. Het heeft slechte burgerlijke overheden en slechte godsdienstige leiders (Jr 50:6a).

Copyright information for DutKingComments