Zechariah 11:9

Drie herders en de massa uitgeroeid

De drie herders van Zc 11:8 zijn de geestelijke leiders van wie de Heer Jezus het verdorven karakter aan het licht brengt aan het einde van Zijn leven op aarde. We herkennen hen in de farizeeën en Herodianen, de sadduceeën en een wetgeleerde (Mt 22:15-16; 23; 34-35). Hij is Zijn geduld met hen verloren en spreekt in heilige toorn het “wee u” over hen uit (Mt 23:13; 15; 16; 23; 25; 27; 29). Zij hebben hun afkeer van Hem steeds meer getoond en dat ondanks Zijn volmaaktheid als Herder, een taak die Hij zonder falen verricht. Hij heeft als gevolg daarvan ook een afkeer van hen (vgl. Js 1:13-14).

Zc 11:9 is daar weer het gevolg van. Zijn afkeer om hen nog langer te weiden slaat niet op de ellendigen, maar op de kudde van de grote massa van het volk die niet wil luisteren. Zij kennen Zijn stem niet. Alleen zij die Zijn stem kennen, de ellendigen, voert Hij uit naar buiten. God geeft degenen die in de stal blijven, prijs aan het oordeel.

God spreekt over een drievoudige ramp.

1. “Laat sterven wat sterft” ziet op de dodelijke pest die zijn slachtoffers maakt.

2. Door oorlog zal het volk “uitgeroeid worden”.

3. Wie er dan nog over zijn, zullen in het grootste egoïsme in hun drang om in leven te blijven “elkaars vlees verslinden”. Ze zullen elkaar zelfs letterlijk eten (vgl. Gl 5:15) en zo elkaar uitroeien.

Dit is het resultaat omdat ze de Herder verwerpen en de Herder hen aan henzelf overlaat.

Copyright information for DutKingComments