Zechariah 12:1

Inleiding

Met dit hoofdstuk begint het laatste deel van het boek.

God, de Schepper en Formeerder

“De last” betreft “Israël”, hoewel de inhoud ervan over Juda en Jeruzalem gaat. Al Gods handelingen hebben immers uiteindelijk de zegen voor heel Israël, de tien en de twee stammen, ten doel. Wat Hij spreekt, maakt Hij waar. Zijn Woord is zoveel als Zijn daad.

De HEERE stelt Zich hier voor in Zijn almacht. Hij is de Schepper en Onderhouder van alle dingen en heeft alle dingen in handen, ook de geest van de mens (vgl. Js 42:5; Am 4:13). Dat Hij Zich hier zo voorstelt, is om aan te geven dat de gebeurtenissen zich zullen ontwikkelen op de manier die Hij bepaald heeft. Het is bedoeld om alle twijfel weg te nemen over de realisatie van de prachtige dingen die in de volgende verzen worden voorzegd.

Het gaat hier niet alleen om eenmalige scheppingsactiviteiten, maar om Gods voortdurende handelen met Zijn schepping en met de geest van de mens. Zo is Hij ook steeds bezig de geest van de mens te vormen (vgl. Ps 51:12b; 1Ko 2:11). Naarmate we ouder worden, veranderen onze gedachten, gevoelens, instellingen als gevolg van Gods bemoeienis met ons. God is de Vader van de geesten (Hb 12:9; Nm 16:22).

Profeten wijzen vaker eerst op God in Zijn almacht, voordat zij profetische uitspraken doen over dingen die volkomen buiten het bereik van de mens liggen. Zij doen dat om het geloof in hun woorden te stimuleren. Wat volgens onze opvattingen hopeloos is en alle rede en geloofwaardigheid te boven gaat, vormt voor de almachtige God geen enkel probleem. We moeten leren zien op Hem en niet op de omstandigheden.

Copyright information for DutKingComments