Zechariah 13:2

Afgoden en hun profeten uitgeroeid

In dit vers staat een van de resultaten van de altijd stromende bron van het vorige vers. In hun leven en land zullen ze niets meer kunnen verdragen wat het licht van Gods Woord niet kan verdragen. Het uitroeien van de namen van de afgoden wil zeggen dat hun gezag, macht en invloed wordt tenietgedaan (Ex 23:13; Jz 23:6-7; Ps 16:4). De aanbidding van God zal volledig vrij zijn van vermenging met afgoderij. De HEERE zegt in Hosea van die tijd: “Dan zal Ik de namen van de Baäls uit haar mond wegdoen en aan hun namen zal niet meer gedacht worden” (Hs 2:16).

Afgoderij is alles wat in de plaats komt van Gods gezag waaruit blijkt dat we iets belangrijker vinden dan de Heer Zelf. Dat kan zelfs de gemeente van God zijn. Wij worden ervoor gewaarschuwd de afgoden geen plaats in ons leven te geven (Ko 3:5; 1Jh 5:21).

Ook alle valse “profeten”, die tot het volk spreken en het tot de afgoden voeren, zullen uit het land worden weggedaan, samen met “de onreine geest”. De uitdrukking “onreine geest” komt alleen hier in het Oude Testament voor en staat in scherp contrast met de Geest van de genade en de gebeden.

Copyright information for DutKingComments